IV, i s : ten minfte die, welke BuRS E it u s i n Fran,
A fdeel. kenland , vier Mylen van Wurtzburg, verza-
H oofd- meld hadt, De Stengetjes zyn weinig meer dan
s tu k . <;en Handbreed hoog. Onder drie benaamiDgen
is dit Plantje in de Pinax voorgelteld, zegt de
Ridder, die het, z.eer zeldzaam , in Lapland
vondt. Het groeit overvloedig in de Zuidelyk-
fte deelen van Europa; des de bynaam weinig
ftrookt.
, i y*r "(4) Androface met gehaairde Bladen en ruige
Androface rr ., 0 yuiofa, Kelken,
Haairige.
Het Ruige Alpifche Donderbaard, met eene
Melkwitte Bloem, van C. B a ü h i n o s ,
komt hier t’huis. {let Kruidje groeit op de
Ooftenrykfe , Pyreneefche en Karniolifche
Bergtoppen. D e Heer Ha l l e r vondt het
pok, overvloedig , op de hoogden der Alpen
van Switzerland , en noemt het Arena, die
Haairig is , met Kroontjes - Bloemen. Zie hier
zyne befchryving daar van.
, , De Bladen maakeo op den Grond een
„ fraay Roosje ; waar uit een Bloemfteekjc
, , voortkomt van een Duim hoog , met een
„ digt plat Kroontje. De Blaadjes zyn ovaal
, , o f zeer langwerpig, volkomen ongekarteld,
„ in de joDgheid zeer Wollig en wit. Die
„ on-.
(4) Androface Fot. Pilofis, Perlanthrls hirfiuis. Sedutn Alp.
hirs. Lafteo flore. C. B. Pin. 284. Aretia villofa. H. Umb.
Hall. Helv, 48$, ClUs. F am. 4g»,
- onder ’t Kroontje zyn als een Sterretje uit- lV*
a gefpreid en raamelyk groot. De Kelk is Apl)^Ei*
„ Klokvormig, ten halve in vyven gefneeden; H o o f d »
„ de Bloem wit* met den Navel fbmtydsrood , STUK‘
„ fomtyds geel, en uitgerande Bloemblaadjes.’*
Zeer fraay is dit Kruidje door C l u s i u s ,
in zyne befchryving der Planten van Opper-
Ooltenryk , afgebeeld , die aanmerkt, dat de
Blaadjes in ’t eerst zuurachtig en vervolgens
eenigszins bitter en heet o f jeherp van Smaak
zyn : als ook dat een Kroontje zes Bloemüceb
tjes bevat. Hy vondt het bloeijende op de
Ruggen van den Schneeberg en de nabuurigen
by Weenen, in ’t midden van den Zomer.
(5) Androface met Lancetvormige gladde Bla» v.
den en de Kroontjes veel langer dan de Anf r°£*eè
Omwindzels. Melkwitte.
Deeze groeit niet alleen, gelyk L i n njèüS
z e g t , op de Alpen van üoftenryk, maar ook
in Switzerland* Languedok en Provence. C lua
$ius merkt het aan, als zyne elfde kleine
Donderbaard. B a ü hin ü s hadt het Alpifche,
met Grasachtige Bladen en Melkwitte Bloemen,
geheten. Maar deeze Witheid is aaü
meer
( j) Androface Fd. Lsnceolatis glabris &c» Sedum Alpinum
«Sramineo folio Lafteo Flore. C. B. Pin. 284. BaJ»
Biß, 104a. Sedum minus XI. Clus. Hiß. II, p. 61. Sedum
Fd. Linearibus &c. Ha il . Helv. 485. Gouan. Monsp, 87.
O EK. Prtv- 304. Aretia glabra Sec. Al l . Ptdim. p, 2». T. 4, f, »,
1I,Dm l ,VU Stuk,