IV. (4) Wederick met zy delingfe gejleelde Blom-
Afd“ l * trosfen. y
Hoofd.
stuk. Deeze komt, zo in de Waterachtige Rietiv.
landen aan den Muiderdyk, als elders in onze
Thyrfflo- Provinciën, en verder op fommige Moerasfige
- . . . plaatfen , in de middeldeelen van Europa ,
mige. voor. Uit de Oxels der Bladen brengt zy ge-
Iteelde Tuiltjes o f Trosjes vo o rt, van geele
Bloempjes, niet veel van de Katjes van fommige
Wilgen verfchillende. ’ t Gewas gelykt,
voor ’ t overige, naar de andere Soorten, doch
heeft flegts twee Bladen by elkander. L ob e l
geeft 4 5er een goede Afbeelding van. Hy hadt
het in de Nederlanden buiten Gcnd, in vog-
tig e, natte Graftèn, als ook in fommige Beekjes
by Dendermonde, en buiten Amflerdam ,
in de Veenen onder At Dek rie t, overvloedig
groeijende gevonden. De Wortel kruipt flerk
v o o r t , even als die van de Gemeene We-
derick. •
v. ( 5) Wederick met vier Bladen, die aan ’t
Quadrifo- Steeltje Haairig zyn en vier eenbloemige
vietbiadi-. Bloemjleeltjes.
£e* Een
(4) Lyfimachia Racemis lateralibus Sec. R. Lugdb.. N. 6.
Lys. ex Alis foliorum Thyrfifera. F/. Lapp. H. Clijf. Lys.
bifolia flore globofo luteo. C. B. Pin, 242. Lys. lutea. Clus.
Hifi. II. 53. f. i2. Lyfimachia lutea altera aut Salicaria,
Lob »Icon. II. 263. Oed. Dan. 517.
( s) Lyfimachia Foliis quaternis Sec. GBON. Pirg, 20. Ana*
gallis Mariana lutea Fol, latis ftellatis. Pet. Gaz, 5. T. 2. f.
g, Anagallis lutea &c. Pluk. Mant. 12, T. 233. f, 1«
Een Virginifche Plant , die onder den naam IV.
van M ary land fe G u ich e ïh e il met breede geftern- Afdeel.
de Bladen door P e t i v e r is afgebeeld, maakt Hoofd»
deeze Soort onder de Enkelbloemigen uit. De «'ruit.
kruislingfe • plaatzipg der /pits Eyronde Blaadjes
en Bloempjes verfielt het Gewas ongemeen.
T o t deeze zelfde Soort wordt thans t’huis
gebragt de Geliaairde W ed e r ick , die onder den
naam van Kanadaiche, met Jalappe - Bladen,
door W a l t h e r o s is afgebeeld en Wédèrïch
met Eyrond-Lancetswyze , byna Hartvormige
Bladen , die de .Steeltjes aan de kanren weder-
zyds Wollig hebben, van den Heer W a c h e n -
d o r f getyteld werdt ('■ *)*
(6). Wederick , die meest vierbladig i s , met
gekrankte eenbloemige Bloem ße e ltje s . puntiata.
6 Geftippel-
Deeze in ons, Land , aan het Haarlemmerde‘
Meïr , tusfchen ,’ t Riet groeijende, wordt K le i ne
Wederick genoemd, o f G e ftip p e ld e , om dat
de Bladen met zwarte Stippen getekend zyn.
Zy groeit echter ook in andere deelen van
Europa. Ja c q u i n heeftze by Weenen aan
Beek-
(*) Lyfimachia ciliata. Sp. Plant. aio. Sp. 7. Lys. Cana-
denfis jalappie foliis. WALT. Hort. 32. f . 12, Lys. Fol.
ovato - lanceolatis Stc. WACHEND. Ultr,. 370.
(6) Lyfimachia Fol. fubquatecnis , Pêdunculïs verticillatis
&c. Lys. Fol. lanceolatis Sec. H. CHjfi. R. L'ugdk 416. X.
4. Gron. Virg. 20. Lys. lutea minor Sec. C. B. P in . 24s,
Lys. lutea fècunda. Clus* Blattatias aillins Planta 1 tv.nor Sc-.
liloRis. Hifi. II. p. 491. S. 5* T, 10. f. is