IV. T r A c h e l i u m . Halskruid.
A fdeel.
Hoofd- Dit heeft een Trechterachtige Bloem, met
stu k , een Klootronden Stempel en het Zaadhuisje is
Eenwy driehokkig, beneden.
vi&u D e eenigfte Soort ( i ) wordt Elaauw geby.
t7>flcif/j«»»naamd, wegens de Kleur der Bloemen. JTodr-
‘ siaauw! n e fo r t fteltze voor, onder den naam van He-
melfchblaauw Kroonijesdraagend Halskruid, en
C . B a u h i n u s noemtze Halskruid dat naat
de Valeriaan gelykt. De Afbeelding, welke ’er
B a r r e l i e r , onder den naam van Elaaum
Valeriaan met Brandënetel-Bladen, van geeft,
is fraay. De Bloemkroontjes, inderdaad, gely-
ken vdel naar die der gemeene witte Valeriane.
D e Groeiplaats is in de Levant, in Italië en de
verdere Znidelyke deelen van Europa , op lom-
merryke plaatfen. In de Tuinen is ’t een twee-
jaarig Kruid.
S 'A m O L u s. Strandpungen.
De Bloem is Trompetachtig, hebbende de Meeldraadjes
door haare Schubbetjes befchut * den
Stempel geknopt en een eenhokkig Zaadhuisje,
dat aan de punt vyfkleppig is , beneden.
•
( i) Tracheh’um. Syfl. Nat. XII. Gen. 226, p. 163. Fèg. XIII.
Gen. 221. p. 177. ü i Cfpr.-4i* Trach. Fol. ovatis ferratis. P'-*'
Clijfk 17. R.Lugdb. 248. H CUff'. 66. Cervicaria Valerianoides
comilea. C.ÉB. Pin. 95. Valeriana coer. Urtiesfolia,
Ictn. 6S3< GOUAN. Mmsp, ioo.
De eenigfte Soort ( i ) heet van oüds Samo- IV.
iflj Valerdndi, Welken naam, van J. B a u h i - “ *
n us afkomftig, de beroemde T o d r s e f o r t Hoofd-
gebruikt. L oöel hadt gemeld van eenen V a - stus:*
lerandus , die dit Krüid Samolus Ptinii noem- SamoUs
de: doch het is by hem de derde Water - Pitn-
pernel, Wel aan de kanten van Beekjes en Mei-dige.
ren , in de meefte deélen van Eiiropa , doch
ook zeer veel, inzonderheid in onze Provinciën,
aan den Zeekant voorkomende : Weshalve ik
het Strandpungen noem (* ) . De Engellchen
heeten het Éondbladige Water - Pimpernel, de
Franfchen Mouron d’Èau , volgens G o u a n ;
doch dan Wordt het van hun met de Water-
Pimpernel verward. Het groeit Ook in Virginie,
als medëinAlie en ëenKaapfe Waterplant heeft
Wel de Steng Wat Takkiger en ftevigef, doch
fchynt ’er anders weinig van te verfchillem
D it Kruid gröeit meelt buiten ’t Water. Het
heeft
( i) Satnoiiis. Syfl. Nat. -XII. Gen 221'. p. i63- Feg.Xlll.
Gen. 222. p. 177. H. Clifl. Ups. FL, Smc, -&e. Gkön.Virgi
13, jr. Lugdb. 249. Anagallis Aq. Fol. rotundo non crenato*
C. B. Pin. 252, Ahag. Aq. Fol. rot. Becabungae. MöRtS.
Ui ft. Anagallis Aq. tert. LoB. Icoh. 457, /3. Samol. Afr, fol.
rotundiore. WALTH, Hort. 162. T. 23.
(#) Te weeten , om dat de Becabunga o f Beekeboom j
naar welke het in Bladerloof zeer gelykt, BeekpungènoïWa-
t'erpüngen gendemd wotdt : zie bladz. 89, bier voor: zon*
der dat niy de reden dier benaaming blykt. De Water - Pimpernel
(Anagallis A<j.)h dikwils een nabmir of naverwant
tact dezelve.
q q 2