IV. danigheid/ In Sleepcnde Kwaaien, die uit
A fdeel. eene flapheid der Valte deelen, uit eene traag.
Hoofd- heid der Zenuwen o f Slymige vergaaringen
stuk, ontdaan , kan dit Kruid fomtyds van dienst
zy n 5 raaar hedendaags worden ’er die uitmun--
de kragten, welken de Ouden ’ er aan toe-
fchreeven , niet in gevonden. H$t komt in
verfcheide Samengeftelde Winkelmiddelen j die
van een laxeerende aart z yn , en het Zaad zelfs
in zodanige Syroopen. Door de Scheikunde
heeft men ’er veel Zuurachtig Vogt , vlug
Z o u t, van een Alcalyn^ natuur, en veel Ulie
uifgctuuiia. De Smaak is wat bitterachtig a
met eenige fcherpheid in de Keel*
ui. Cs) Warkruid m et gefleelde Bloem en.
Arterie anai
wèstia- in de Westindiën komt een Gewas voor s
tot dit Geflagt behoorende, van .grootte tus-
fchen de twee voorgaanden > dat zig wyd en
zyd over ’ t Geboomte en de Velden uitftrekt,
met lange fterke Draaden. Het is door S l o a -
n e , met zyne Bloemen, afgebeeld. Een der*
gelyk , met Goudgeele Draaden, is in Virginie
waargenomen. L oe f l i n g vondt aan de
Vafte Kust van Zuid - Amerika een Warkruid
met gefteelde Bloemen aan Bondeltjes, hebben*
de een fpits getanden Kelk. D e Heer J a c*
Quin heeft een Warkruid van dien aart in ’t
Kreu-
O ) Cutcüta Flonfms peJuncuïatïs, Jaccj. Amr. HM. 24,
Loefl. ltin. 216, Cuscuta Caule aphyllo volubili repen te.
G*on. Virg. ig. Cusc. inter minotem et majürem média
jfcc* SLOAN, Jam, %s, HM. I, p, a»i, T. U t . f. 4,
ru j pr Karibifche Kreupelbofch der wanoucue Eilanden ont- AfIdVe;el,
Hoofdstuk.
dekt* H t p E c o Ü M. Lappenbloem. S'l'Ui»
n e Kelk is in dit Geflagt tweebladig ; ’t *****
getal der Bloemblaadjes v ie r , waar van de
twee buitenften breeder en m dneen gedeeld .
de Vrugt een Haauw. Drie Soorten , mees
Europifche, komen ’erin voor, als volgt.
(O Lappenbloem met toromme platte ge- ^ x . ^
wrichte Baauwtjes. , **«£*£*
Onder den Griekfchen imam Hypecoum t p* “.
welken D i o s c o r i d e s voor een Kruid gebruikt
h e e ft, komt deeze by de laatere Autheu-
ren voor. Het was een Kruid dat op de Akkers
groeide, tusfehen % Koorn , met Bladen van
Wynruit en kleine o f dunne T a k je s ; doch, het
gene M a t t h i o l t j s daar voor opgeeft, zou
een -Alcêa o f Ketmia zyn , verfchillende zeer
door de Zaadhuisjes, die ronde Bolletjes zyn ,
W m tegenwoordige G ew a s ,’twelk L o . « l
een Wilde Komyn , die Baauwtjes draagt, genoemd
heeft (*> D e Groeiplaats is in Grieken
»
( t ) Hypetoum Siliquis arcuatis comptêsfis atticulatis. Syjf.
Nat. XII. Gen. l p , P- U°- XUl' P* I4°’ ’
J E l . Aih. 172. H. CUff. 38. Don. Pempt. 449. R.
Latdb. 402. GOUjIn Mtnsp. 74- GER. Prtv. 371. GARID. *•
838. CLUS. Hisp. p. 407. Hypecoum latiore folio. TouRNF.
Infl. 130. Cum. fylv. alter, Siliquofiim. L ob Ion. 744.
(*,) Niettegenftaande die benaaming, komt in dit Gewa*