w
A fdeel,
LV.
H oofp-
STtJKEenvjy
vige.
T.
Diodia
,f^trginica.
Virgin!«
(èhe.
D e e z e , in Barharie en Portugal gevonden,
heeft opgeregte Stengetjes van een half Voet
hoog, die zig dan in Takken uitbreiden, met
vier ovaale Blaadjes, die byna glad zyn, in ’t
kruis bezet. Draadachtige Bloemfteelen komen
uit de toppen der Stengen en Takjes voort,
geevende ieder drie Bloemfteeltjes ui t , met
witte Bloempjes , die geele Meelkr.opjes hebben.
Het Zaad is , ryp zynde, zwaft en rimpelig,
doch niet ftekelig, ruuw bevonden.
D i o d i a . Tweefprong.
In dit Geflagt is de Bloem wederom eeh-
bladig , Trechterachtig , doch het Zaadhuisje'
tweehokkig en tweezaadig.
De eenigfte Soort ( i ) voert . wegens haare
Groeiplaats, den naarn. Z y komt in Virginie-
op Waterige plaatfen voort. Het is een leggend
en kruipend G ew as , dat gladde Sappige
foodachtige Stengen heeft , met twee fmalle
ftyve Blaadjes aan ieder ICnoop, en daar geeft
het, wederzyds, een enkele Bloem u it, die zig
als in een Tweefprong vertoont, zynde Pyp-
achtig, in vier Slippen verdeeld, wit, van Kleur,
Z y zit op een tweehokkige V rü g t , die in ieder
Hokje een enkeld hard Zaad b e v a t, naar
een Tarwegraan gelykende en gekroond.
K n o x i a «
( i ) Diodia. Sydt, Mat. XII. Gen. izz. p. ï i f . Vtg. XIII.
p. i z j , H, CUff. 45»3, GiON. Virg. 17.
K N o X 1 A. . Iv» Afdeel.
D it , naar zekeren Engelfchman, die in d e ^ 1^
voorgaande Eeuw van de Ceylonfche Planten stuk.
gefchreeven heeft, dus genoemd, heeft derge- Monop*
lyke Bloem, maar het eene Blaadje van den
Kelk is grooter en het brengt twee gefleufde
Zaaden voort,
De eenigfte Soort ( i ) in Afbeelding ge-
bragt door den Hoogleeraar N . L . B ü rm a n- Zeylaniea,
Nus 1 is Wilde Indifche Lychnis van H e r m a n -
n u s getyteld geweest, ’ t Is een Kruid, dat
op rottige Boömftammen in dat Eiland groeit,
hebbende eCnigermaate de geftalte van Lychnis.
De Steng is een Voet lang, met Lancetvormi«
ge Bladen , die gepaard z y n , en lange fmalle
Aairen van verftrooide ongefteelde Bloemen: zo
dat het, in ’c uiterlyk aanzien, naar een Soort
van Eerenprys gelyke,
H O U S T o N I A.
D e naam van H odston was te bekend ii*
de Kruidkunde, om niet vereeuwigd te worden
door den Ridder, d ie ’e r , derhalve, deezen Ge-
flagtnaam van gemaakt heeft, vooreen Virginifch
( i ) Knoxia. Syst. Nat. XII. Gen. i t 3> p. 1 17. Veg. XIII.
p. az6. BuRM. Fl. Ind. p. 34- T. 13. f. 2. Veronicse affi«
Itis Indica tenuifolia. Pluk. Alm. 384, T. 114, f. z. Den-
tellaria Zeylanica Flore minimo &c. RAJ. App. 246, Lychnis
Indica lylrestris Hecmanni. Burm. ‘Zt'jl. 144. S4