IV. (2) Hardkelk , dat Heejlerachtig is , met ge-
FDEEL. paarde Bladen en famengejtelde Aairen, die
H oofd- by elkander vergaard zyn.
STUK.
iT. De eze, Bloedige Kaf bloem genoemd geweeft ,
om dat de Bladen wederzyds Bloedrood zyn,
itntum heeft de Steng dikwils leggende, zeer Takkig:
de Aairen digt by elkander, ongedeeld, los en
Wollig:den Kelk groen en ruig: deMeelknop-
jes geel, den Stamper paarfch. Het Roode Tzer-
kruid van R u M p II i u s is hier t’huis gebragt
ge wee ft.
in. (3) Hardkelk met een byna Kruidige regtop-
*Gewoid! Jlaande Steng, zydelingfe Bloemen en over-
pi. xLiir. hoekfe Bladen.
Ftg. 2. .
Volgens den Ridder heeft deeze de Steng fty f,
eenigermaate Haairig, van onderen alleenlyk getakt:
de Bladen gedeeld, effenrandig, fpitsach-
tig , van boven kaal, van onderen Wollig: de
. Bloemfteeltjes zydelings zeer kort, met drie of
vier ongcfceelde Aairen, die ongelykzyn, met
een Blaadje. V y f Meeldraadjes van onderen fa-
mengevoegd , door middel van eene vyftandige
Kroon: een enkeld Nierachtig Zaad. Van
r{ (z) Illecebrum Frutescens, Fol. oppofitls &c. Achyranrhes
Sanguinolenta. Sp. Pi. 29+. Verbena rubra. Rumph. Amb.
VII. p. 60. T. 27. f. 2.
f3) Illecebrum Caule fubherbaceo ereito &c, Acbyramhes
Lanata. Sp. Plant. 296. Chenopodmtn incanum Racemofum
Sec. Eurm. Ztyl. 60. T. 25, f. 1. Araar. Ind, verticill. al-
bus- Pluk. Alm, 27. T. 75. f, 8, Scherubala. Hort. Mal. X.
p. 75. T. 29,
Van deeze komen, volgens den Heer N. L . IV.
B u rma n n u s , twee Verfcheidenheden voor, Afdeel.
in grootte verfchillende , waar van de grootfte Hoofd-
cie Steng legtopftaande h e e ft, met zeer veeleSTÜIC*
opgeregte Takkige Aairen; wordende van de Ta- .MonW'
n J nia% vaanen Cundang Casfi en Folie Kotte genoemd;
de kleine een leggende Steng, met byna enkel-
d e ,z e e r korte,eenvoudige Aairen. Deeze laat-
fte teelt uit het gevallen Zaad fterk in de T u inen
voort. Met dezelve komt de' Ceylonfche
Ganzevoet, van den Heer J. B u r m a n n u s ,
naast overeen, zo wel als dclndifche Amaranth
van P t u K E N E T j maar van de Heefterachtige
heb ik Takken van twee Voet lang uit Oost-
indie afkomftig, die een geheel andere Vertoo-
ning maaken ; gelyk uit de Afbeelding van een
Takje daar van in Fig. a , op Plaat X L I I I ,
blykbaar is.
(4 ) Hardkelk met eene Kruidige regtopjlaan- iy;
de, wit Wollige Stengen over hoekje Bladen, jlvltl™
Gum*
Deeze is , onder den naam van Irejine ^a.J^aanich.
vanica, door den Heer N, L. B u rma n n u s
afgebeeld, Het zou de Witte Amaranth van de
Ganges, metfmalle Salie-Bladen, zyn van Plu-
kenet. Z y heeft Eyrond. Lancetvormige Bladen,
diej gelykerwys de Sten g, wit Wollig
z y n ,
(4) Illecebrum Caule Herbacea ere&o &c. Irefine Javanica.
Rprm. PI- Ini. 2i2. T. 65. f. 2. Amaranth, albus Gangeti.
cus. Pluk. Alm. z5. Pbyt, T. 10. f. t.
i i 3