IV. Heer J a c q u i n beeldt een Plantje a f, dat een
A fdeel groot: Onkruid is op de Velden van ’t Eiland
H oofd- Martenique , en langs den Grond kruipt, fchie-
stuk. tende Worteltjes uit ieder Knietje. Het heeft
^ ^]acjen^ zegt ^ wigvormig (lomp Eyrond,
fpits , ongedeeld, ’t welk aanmerkelyk van de
bepaaling deezer Soort verfchilt. Hy befchryfc
het onder den naarn van Gomphrcena Ficoidea,
onder welken deeze Soort bevoorens door L in-
NiEUs was geboekt, maar oordeelt, dat het nader
komt aan de Celofia , volgens de opgege-
vene Kenmerken.
(* 5) Hardkelk met kruipende Stengen, die we-
derzyds Wollig gekield zyn; Lancetvormige
byna ongejleelde Blaadjes en langwerpige
gladde Hoofdjes,
Dit dient genoegzaam tot onderfcheiding van
"het Kruid dat R u m p h i u s Garnaalen - Moes
noemt, om dat men het, in ©ostindie, by de
Garnaalen kookt. Volgens zyne befchry ving moet
het niet zeer klein zyn: want de Leedjes der
Stengen waren drie o f vier Vingerbreed van elkander,
geevende wtderzyds,en als in ’t kruis,
Takken uit. Hy merkt aan, dat hier van eene
Verfcheidenheid was met kleinder, fmaller en
dik-
( j ï ) lllccehrum Cau!. repent. glabris &c. Gomphrsna fes-
filis. Ft. Zeyl. U6. Amarnnthoides hnmile Madeiaspata-
num &c. Pluk. Air», 27.. T. ijj. f. 1, Amar. hamifis
ïo l. oppofitls &c. Burm. 2 ;yl. i j . T, 4, f. 2. Cofupp»,
Bert. Mal. X. p, 21, T. 9.
r XV.
lilecfbrum
fa file..
Ongefteeld.
dikker Blaadjes,welke misfehien tot de volgen- IV.
de Soort zou kunnen behooren. A fdeel*
De Heer B u r m a n n u s merkt aan, dat ’er Hoofd-
een wonderbaare Verfcheidenheid in deeze SoortSTüK*
heerfcht, zo ten opzigt van de Stengen, als 'dc„;^0ndg7'
Grootte van ’t Gewas en der Bladen, die Eyrond
, Lancetvormig, langwerpig, Ovaal, ongedeeld
o f gedeeld z y n , en de Hoofdjes en-
keld o f famengedeld; gelyk uit veele monders ,
van Java ontvangen, bleek. Ik heb ’er'één, onder
myne Oostindifche Planten, die als een middel-
flag is tuslchen deeze Soort en de voorgaanden.
Ciö) Plardkelk met kruipende gladde Stengen xvr. ■
en byna Rolronde Vleezige Bladen : 'dej^rmtlk?,
Hoofdjes langwerpig, glad, aan *t end.
Deeze in Brafil, op Kurasfau, als ook eldersdlg*
in de Westindiën gevonden, is door de figuur
der Blaadjes genoegzaam onderfcheiden.
Cl7) Hardkelk met verfpreide Stengen, Eyrtn- xvrr;
de Bladen en vergaarde Bloemen met glan*
%ige Blikjes. Muurö
bladig.
Hier wordt de Spaanfche Paronychia, roet
Bla-
(16) lllecebrum Caul. repent. glabris &c. Gomphrsna
vermiciilaris. Sp, Plant. ïi p. 224. Caraxeron humile.
Vaill. Mem. de 1722. Amaranthoides humilé Curasfavicum.
Herm. Par. i s . T. 15. Pluk. Alm. 27 .T, 75. f. 9. Amaran-
tho affinis Aizoides &c Brexn Predr. 2.
(17) lllecebrum Caul, diffufis , Fol, ovatis &c. Mant. j i . Pa-
lonychia Hisp. fupina Alfinifolia Capttulis mmoribiK.ToURNE.
bift. 5og.