IV. Keizerlyke Broei-bakken te Weenen gelukkig
A fd e e l , j s opgekomen , en ’er dikwils gebloeid heeft,
Hoofd- hebbende witte Bloemen.
S T O K .
xxTti. Winde met Pootswys’ gepalmde vyfdeeli-
C o n v e lv u - Y* / J f f p, ,, , .
/«s macro- ge Bladen en eenhloevuge Bloemlteeltjes.
corpus.
vrogtige* Deeze , door P l u m i e r veelbladige Wind
e , met de Bloem en Vrugt paarfch en zeer
groot, getyteld, heeft de Steeltjes der Bloemen
gewricht, verdikt en geplooid. Z y groeit in de
Weftindiën.
xxxir. (32) Winde met gepalmde Bladen, die zeven
Penicuto- _ £yrm(je effenrandige Kwabben heb-
Gepiuim- btUy en gepluimde Bloemjleelen. .
Op Zandige plaatfen, aan de Kust van Mala-
bar , groeit deeze , wordende aldaar Pal - Me•
decca genoemd. Sommigen hebbenze aangemerkt
als een Bajlerd - Pasjïebloem, en hier fchynt ook
de zeer groote Indifche geklaauwierde Knobbelige
Winde, met diep ingefneeden Bladen, van Cey-
lon, te behooren, die door Hermannus is
opgetekend. De Bloemen zyn zeer groot.
(33) Win-
( 3 1 ) Convolvulus Fol. palmato - Pedatis quinquepartitis & c .
Convo lv . polyphyllus , Flore ic F ruft u purpureis maxirais.
F l UM. Sp. 1 . Icon, 91. f. 1 . R . Lugdb. 419 . N . 17.
(3 2) Convolvulus Fol. palmatis, Lobis feptem ovatis Sec,
Pal-M o d e c c a . Hort, Mal. XI» p . i » i . T . 4 9 . SÜ BM . Tl,
Ini. p. 45,
( 33) Winde met zeven - Fingerige effenrandige IV.
Bladen, een gladde Steng en driebloemige
Bloemjleelen. H o o f d -
STUK*
Tot deeze Amerikaanfche behoort de Zeven- XXSUr:
bladige hoogroode Winde, die een zeer dikken convoivu.
Wortel heeft, door Plu mier afgebeeld. crorZTos.
(3 4 ) Winde met gevingerde gladde getande talige.
Bladen en effene Bloemjleelen. xxxiv,
Quinqucfa-
Door Plukenet is deeze, die ook in
merika haare Groeiplaats h e e ft, in Afbeelding gJ,yfba l*
gebragt.
( 35) Winde met vyfvingerige gehaairde effen- xxxv.
randige Bladen en een Haairige Steng, Tmsapb^i-
In de Europifche Openbaare Kruidhoven ist^ efJinse*
deeze bekend , en onder den naam van Ruige
vyf en zevenbladige voorgemeld en afgebeeld
door Hermannus, zynde het Gewas, uit
Amerika, aan den Heer Facel overgezonden,
in wiens Tuin het groeide en bloeide. D e
Stengen, uit den Wortel voortkomende, bereikten
fomtyds zes en meer Ellen langte. Z y waren
ruig zo wel als de Bladen ; de Bloemen
bleek
(33) Convolvulus F o l. Digitatis feptenis & c . C o n v o lv . coc-
cmeus heptaphyllus Radice crasfisfiml. Plum . Sp. ! . Icon,
90. f. t .
f34) Convolvulus Fol. Digitatis glabris dentatis & c . R ,
Lugdb. 419. Conv. quinquef. glaber Americanus. PLUK. Alm.
116. T. 167. f. 6 .
(35) C o n v o lv u lu s Fol. Digitatis q u i r^ Pilofis integerrimis
fcc. C o n v . Americanus pentaphyllus et heptaphyllus major.
B e r m . Lugdb. T , 1 i s .
II OEu., v i l. Stuk,