IV. Op ’t Eiland Kandia groeit deeze, die Ge»
Afdeel, doomde Violetten by A l p i n u s heet. Het is,
H oofd- volgens hem, een Heeftertje van eenElleboog,
sxüe. geheel witachtig en Kranswyze bezet met klei*
Eenvjy ae witte Blaadjes, die aan ’t end fpits, en op de
z y den gekarteld zyn. De kaale en ongebladerde
T ak je s , die met Doornen gekruist z yn , geeven
aan ’ t end geele Bloemen uit,en daar op volgen
röóde Zaadhuisjes.
( I2) Wollekruid met gewelde Stoelbladen en
tVerbascm» eens kaalë Steng.
M yceni.
Pyteneefcb. ^ plantje, op de Pyreneen groeijende, en
door S c h e u c h z e r ook geteld ondef de Planten
van Switzerland,. is ’er echter door niemand
gevonden, zo de Heer H a l l e r zig verbeeldt.
Uit de Aftekening van den vermaarden E h r e t
is het thans naauwkeurig in Plaat gebragt. Het
gelykt, wat de Bladen aangaat, naar de Primu-,
la Veris meer dan naar de Auriculaas. Men
vindt het in de Europifqhe Kruidhoven.
D a t u r a . Doorn - Appel.
Een Trechterswyze geplooide Bloem ; een
Pypachtige Kelk die hoekig is en af valt i een vier-
kleppig Zaadhuisje, dat Appelvormig is en met
Door-
( i t ) Veriascum F o t . Lanatis tadicalibus & c . C o i t u f a FoL
o v a t i s fesf.libus. H.Cliff. 50. R. Lugdlt. 4 H- S a n ic u la Alpma
P o l . Borraginis v i l lo f a . C . B. Pin. Aurkula V i f iM y cm
DALECH. H if i . 8 3 7 . ]• B- « * • 3 - P- H*LL’ Sl?'
T»EW E hret, ztf. T. 57« MtLL. U *TDoornen
begroeid: maaken de byzondere Ken- IV.
merken uit- Afdeel#
Het Geflagt bevat zes Soorten, altemaal u it-Hoofd-
heemfche Planten. «tuk.
(O Doorn - Appel met opftaande Eyronde Vrug- i.
ten, de hovenfle Doornen zeer groot en fa - Datura
menloopende.
Door verfcheide Autheuren is hier van gewag
gemaakt onder den naam van Stramonium fero x,
wegens de ontzaglykheid der Doornen van de
I Vrugten. In China komt deeze Soort voor, die
naar de Gewoone anderszins g e ly k t, doch min-
I der glad is van L o o f , zynde een Zaay - Gewas
I of Jaarlykfch Kruid , zegt L i n n j u s . Z a-
noni verhaalt, dat uit Zaad van Cochin, een
Stad in ’t Ryk van Calicut in Ooftindie, door
! een Pater Karmeliet, omtrent den jaare 1670
overgebragt, en van hem gezaaid, de Jn zyn Werk
afgebeelde Plant voortgekomen ware. Dieplaat-
* fen leggen aan de Kult van Malabar. Gedagte
I Plant hadt de Bladen zo diep niet ingefneeden
lals de gewoone Doorn - Appel, zynde de Door-
Irien ook veel dikker en dus ontzaglyker, fom-
Jmigen ten minfte zo lang als de dikte van de
jj Vrugt, die byna de grootte van een Ey bereikte,
I ( ï ) Datura P e r ic s rp ii'j Spinoffs & c . Syß. Nat, J f t l . G e n .
| 14S- P. «70- r eg. f i i t . Gen. i+ S . p. 184. Datwa C o c h l»
Inenfis SpinolisGma. Zan Hiß. I. p. 76 Stramonium C. Da.
I tu,a ,erox Occ. HERM. Lugdb. J83. MOBIS. RAJ. Hiß. 741.
I *OCG Sic. so.
R r 4
Sterk ge*
doomde.