IV.
A fdeel
v.
Hoofdstuk
»
Eer.vjyvige.
I.
Andrefact
maxima.
Syrilche.
474 V ï FM A N ^ i c E K r u i d e n .
A n d r q s a c e ,
De Bloemen groeijen hier in een Kroontje
dat een Omwindzel h e e ft: haar Pypje is -Ey»
rond, aan den Mond geklierd: het Zaadhuisje
Klootrond en heeft maar ééne Holligheid.
’t Geflagt bevat zes Soorten , altemaal be-
hoorende tot de oude Wereld, als volgt.
( i ) Androface met de Frugtkelken zeer groot.
In de Ooftenrykfe Koornlanden is deeze
waargenomen door C l u s ï u s , die zig verwondert
, waarom M a t t h i o l d s haar gehaald
hebbe van de Zeekust van Syrië. By
Weenen, zegt K r a m e r , is zy overal in de
Velden, en aan de Wegen, gemeen. X o urne
f o r t hadt haar Breedbladige Jaarlykfe ge-
meene Androface geheten. Z y groeit ook by
Aix en elders in Provence , niet alleen , maar
komt overvloedig voort aan de Zeekust van
Languedok, alwaar de Heer G oüan haar dus
befchreef.
„ De hoogte van een Handpalm bereiktze
,, niet , hebbende ovaale of Lancetvormige
3, Blaadjes , die getand zyn en glad. Het Om-
„ windzel der Bloemen beftaat uit v y f o f zes
„ effenrandige Bladen. De Bloemen zyn zeer
, , klein,
( i ) Androface Ferianthiis Fru&uum tnaximis. S y f t . N a t .
XII. Gen. 196. p. l;o . Veg. XIII. p, 162. H . Ups. Cüff.
R. Lugdb. 414. CLUS. Par.n, 474. GOUAN. Monsp. 87, Oer.
jProv. 304, Gar, Aix, 33. AndroGfce alteta. Cam. Epit, 639, I.
klein , vervat in een zeer groote K e lk , op IV.
Steeltjes byna van langte als het Omwind- Afd£e l *
zei. De Kelk heeft zyne Slippen dikwils Hoofd-
3j gekarteld,” . ST^
Een zeer fraai je Afbeelding geeftV' "M ma,*
R A R i u s van deeze Soort, welke C l u s i O s
een Span hoog gevonden hadt, zodat z y n o g ,
in vergelyking met anderen, Groote genoemd
mag Worden,
(2) Androface met eenigszins getande Bla- ifc den,-zeer lange Bloemfteelen,Korter -dan de Kelken. de Bloemenitim&aa. sibeniche.
Onder de Planten van Siberie is deeze door
den Heer G m e u n afgebeeld en befchreeven,
( 3 ) Androface met Lametvormige getande m. gkloardtdere dBalna ddeen B, loeenm Jzioyenk.i ge Kelken , die^feJsentnaM Nootdfche.
Op hooge Zandige Gebergten , die onbelommerd
zyn , in de Noordelyke deelen van Europa
, groeit deeze, welke als een kleine Soort
van Muur door C. B a -UHi n u s voor gefield
is:
(2) Androface Fol. fubdentatis , Pediceliis long’sfimis See.
Gmel. Sib. IV. T. 44. f. 4.
(3 ) Androface Fol. i/mceolatis dentatis glabtis. FI, Saec. Lapp,
Euxit. A S , II. p. 369. T. 32. f. 2. Alfine verna Androfaces
Capitulis. Als. minor, Andros, alt. facie. Als aff. Andros,
di&a minor. C. B. Pin. 231. Sec. Prodr. 118. 21. 5 , 6*
GoUAN Monsp. 87. GER, Prov, 304.
II. Dkel. VII» Stux,