IV. ( io ) Salie met Hartvormig Lancetswyze ge-
A fdeel. tande vlakke Bladen, gekleurde ÊPikjes en
Hoofd- de onderfis Bloemlip omgeboogen.
•TUK«
x. Van deeze , die in Ooltenryk en Tartaric
Mtmiofa. groeit, zyn de Wortelbladen Hartvormig, die
Botch aan (je Stengen Lancetvormig Eyrond , egaal
Sdarey* getand, van boven naakt van onderen Wollig:
de Aairen voor het bloei jen volmaakt vierhoekig,
met gekleurde Blikjes korter dan de Bloemen
, die als met fyne Stipjes befprengd zig
Vertoonen Het is een tweejaarig Kruid.
xvnr. (18 ) Salie met Hartvorfnige getande Bladen,
^liïdns' ^ onderJlen uit gegulpt en Hartvormige
korte fpitfe Blikjes; de Kelken Wollig.
Deeze is Syrifche Sclarey by BAüHiNus ge-
tyteld, en door hem afgebeeld naar een Plant,
die uit Zaad van Syrië , daar menze Bifarmar
noemde , te Padua was geteeld. Z y groeit ook
in ’t Beloofde Land , volgens Hasselquist.
Aan flomp gehoekte Stengen heeft zy Bladen
die Hartvormig, zeer rimpelig, W ollig , op de
kanten uitgegulpt en een weinig gekarteld zyn.
De Bloem-Aairen zyn niet Roedjes gearmd:
de Bloemkelken vyfdeelig, de Bloemen wit
met
f io) Salvia Fol. Cord. Lanceol. ferratis planis fee. Salvia
Vol. Cordato-Lanceol. Sec. ZlNN. Goett.zgj. Horminutï»
fylv. Salvifolium minus. C. B. Pin, 239» Sdarca fol. Salvias,
tninoi H glabra. T o u k n e . Inff, l io .
(is) Salvia Fol. Coid. dentatis &c. Hormimitt» SytiïCttOJ»
C. B. Pin, 238. Prttfr, 114, X. 114«
met den Styl eens zo lang als de Helm is van IV.
, D1 1 A fdeel.
de Bloem. a .
HoOFDr
( 1 1 ) Salie met Hartvormig Eyronde, gerim-stuk.
pelde, Wollige Bladen, Jlekelige Kelken en Xr.
een knobbeligen Wortel. HÜ .
Bloedkleu*
Den naam van Bloedkleurige Sclarey met Af- rige.
fodillen-Wortel, voert deeze by ï r iu m f e t t i ,
en is ook in ’t Werk van B a r r iè r e afgebeeld.
D e Geftalte is als die van Phlomis doch teerder.
De Kelken zyn overal ftekelig door uit-
ftekende regte Baairen. D e Groeiplaats wordt
gefteld in Italië. Dit en ’t volgende Kruid zyn
overbly vende.
(12) Salie met langwerpig Hartvormige Bla- xu.
den, waar van de bovenfien de Steng om Pr\éia. *'
vatten, die byna naakte Kransjes heeftt SchK^*
de Bloemen met een Lymerige Helm.
Deeze Soort groeit in de Velden van Europa
(11) Salvia Fol. Cotdato-ovatis , rugofis tomentofis &c.
Horminum Sanguineum Asphodeli radice. Tbiumf. Ohf. 69.
T. 69. Horm. fylv. majus hsmatodes glabrnm, Flote coeru-
leo Italicum. Barb. Rar, 234. T. 125. Sclarea Asphodeli
radice. Tournf. IhJI. 179.
(12) Salvia Fol. Cordato-oblongis &c. Fol. ovatis incifb-
etenatis &c. H. Cliff. H, Up/. R. Lugdb. 310. &c, &c. Hall,
Help. 638. Horminum pratenfe Fol. ferratis. C. B. Pin, 238.
Horminutn fylveftre. Cam. Epit. 619. Lob. Icon. jj«. ß p
Salvia agreftis Foliis cordatis ; &c. Am. Aead, III. p, 39,,
Horminum pratenie niveum foliis ineanis, C, B. Pin, 23s»
L 3
JS. Deel, VII, ST«*,