*64 “Viërmannïge Kruiden,
IV. zendfchoon-Bladen genoemd was. Het Gewas
«POERT t 'Jl,
IV. inderdaad, komt zeer daar mede overeen. Ge-
Hooed- zegde Hoogleeraar noemde het een Valerianel,
•TV£* la3 met fpitfe fterk geribde Bladen; de Blommetjes,
op de toppen der Stengen, alsKroon-
tjeswyze (*_)•
Hcdyetis ^ Gehoorkruid met Lancetvormig Eyronde
Auricula- Bladen en gekranfle Bloemen.
T**
Aiueiasfig. Door den zelfden B urmannus is dit Kruid
afgebeeld en befchreeven onder den naam van
Valer ianella der Moerasfen , met geribde langwerpige
Bladen, de Blommetjes aan de Knoo-
pcn der Stengen in de Oxels der Bladen vergaderd.
Wegens het Zaadhuisje fcbynt deeze
zo wel als de . voorgaande, tot de Valerianel*
laas betrokken te zyn, Heumannus noemde
ze Breedbladig, Ceylonfch, Pulegium,'"dat in ’ t
Water groeit, zonder Reuk. De Geftaltedeedt
haar derhalve zo zeer niet van de Kruifemunt
verfchillen, o f men hieldt ze voor een Soott
daar van , wanneer zy voorgefteld werdt ,als
e en .
(*) Flosculis ia Qaulitim fummo q.uafi umtellatis heeft de
Heer J. Burmannus. ’t Is zonderling, hoe en omwatreden
zulks overal veranderd zy in involutratis.
(z) Hedyotis Fol, Lanceolato-oratis , Flor. verticillatis.
Fl. Zfyl. 64. Mat. Med. 47. Am. Acad. I. p/391. Valerianella
Paluftris, Foliis Nervofls oblongis &c. Eurm. ZeyU
Z97. T. ros. f. 1. Alfineaffinis Planta Indica Flore candido.
Comm. Muriguti. Hort. Mal. X. p. 63. T. 3z. MenthaZey-
lonica aquatica inoèora latifólia, Hekm. Zeyl, 35, Auricula-
Ka. ÖAZ-, Pharnt, Ka.
T E T R A N D R I A. 265
een Geneesmiddel tegen de Doofheid , onder IV.
den naam van Aurièularia. De Èngelfchen
hebben het, om die reden, Earwort, de Duit- Hoofd*
lchers Ohrenpflantze, geheten. Hoe weinigSTüK:*
zekerheid men ook daar van heeft, en hoe on-
waarfchynlyk dit Kruid voor een algemeen Midd
el, tegen de Doofheid, te houden z y , voert
doch het geheele Geflagt daar van den naam
Want Hedyotis, een Grieksch woord, betekent
iets dat het Gehoor o f de Ooren ftrqelt,
(3) Gehoorkruid met Liniaal Lancetvormige m.
Bladen, een Kruidige gegaffelde Steng en
dubbelde Bloemfteeltjes. Kruidig,"
Dit Kruid, ook pp Ceylon groeijende, heeft
de Steng maar een half Voet'hoog; de Bladen
ongeaderd en naauwlyks gefteeld; twee Bloemfteeltjes
ieder met eene Bloem, in elke mik der
Takjes. D e Bloem is Trechterachtig , waar
door het van de Oldenlandiaas verfchilt.
S p e r m a c o c e . Tandzaader.
Eene eenbladige Trechterachtige Bloem en
‘eene gekroonde Vrugt, van tweetandige Zaa-
den, maaken de byzondere Kenmerken van dit
Geflagt uit.
Het is door Dillenius , wegens de Doornach
(
(3) Hedyotis Fol. lineari-lanceolatis , Cauls Hetbaceo di»
chotomo, Pedunculis geminis. F l . Z e y l. 6j.
R 5
II, Deel. vil, Stuk,