IV.
A fdeel
v.
H o o f d stuk.
Eer. wy-
V’U- ,
IX.
ylr.guiata.
"Gehoekt,
T e Lima in Peru groeit deeze Soort, die veel
■ gelykt naar dgn Witten Doornappel. De Steng
is hoog, gemikt, zeer fyn gehaaird enzagt, zo
wel als de Bladen. De Bloemen komen enkeld
voort,- zy hangen nederwaards, en zyn ge e l, mee
een bruin gevlakten Navel en een ruige Keel.
(9 ) Blaaskruid dat zeer Takkig is , met hoekige
gladde Takken en Eironde getande
Bladen.
In de beide Indiën komt deeze voor, diebe-?
kend is in de Europifche Kruidhoven. De Steng
fchiet- fomtyds wel ter hoogte van drie Ellen o p ,
dat meer is dan eens -Mans langte. De Bladen
gelyken veel naar die van ’t Kruid , dat men
Ganzevoet noemt; de Bloemen naar die van de
gewoon e Krieken over Zee : maar de Blaasjes
zyn geheel gevuld met de Besfen, die in vieren
van één fpripgen, hebbende een Lymerig Sap.
D i e l e n i u s heeft dit Kruid in Afbeelding
gebragt, en tot deeze zelfde Soort wordt een
dergelyk met Bladen van Spaanfche Peper, ins-
gclyks, als eene veffeheidenheid betrokken. Dus
fchynen die Soorten van Aikekerigi, welke uit
H e r n a n d e z door R e c c h i , als in Nieuw
Spanje
(9) Pbyfalls ramofisfima, Ramis angiil. glabn's &c. Phys.
anima Ramofisfima &c, H. Cliff. Ups, Fl. Ztyl. R, Lugdb.
417. Hah'cjcabum f. Sol. Ind. Cam. Hort. 70. T. 17. Sol.
Vef. ïndicum. C. B. Pin. 166. Alk. Ind. glabrum Chenopo,-
dji folio. Dxll. Elth. 13, T 12. f. lz, p. Alk. Ind,glabr.
Caf^icifolio. Ibid. T .u . f . lij.
Spanje groeijende , befchreeven worden, hier iv.
ook t’huis te hooren. De Vrugt van fommigen AFDEJ2r—
derzelven was van grootte als een Oranje-Appel, FTo o f 'd -
en hadt een ongemeen verkoelend en verfris-2™ *
fchend Sap f * ) . Monogy»
(10) Blaaskruid dat zeer Takkig is , met Ly- x-
merige Bladen en hangende Bloemen. pubesetn*.
Ruigacli-
Deeze, ook in de beide Indiën, doch inzon-us-
derheid in Virginic huisveftende, wórdt V i r g i -
nifche A lk e k e n g i , met een geele Vrugt, van
Pater F e uiLLéE geheten. Zorgvuldigwerdt
dit Kruid in Peru aangekweekt, daar men het
Capuli noemde en het Sap der Vrugten niet
minder heilzaam vondt, tot verfrisfehinginhee-
te Ziekten. Zy is ook Lymerig en ruigachtig.
(n)'Blaaskruid dat zeer Takkig is , met de xi.
Vrugtfleeüjes langer dan de ruige Bladen.
Dit, in Ooltindie voorkomende, is een klein
uitgebreid' Kruidje , met lange -Haairen aan de
mikjes der Takken. Het groeit op woede plaat-
fen van- Malabar en Ceylon.
Ci 2) Blaas-
(*) Hfrn, Mexhan. Libr. VIII, Cap. jo.
(10) Piiyfahs Ramofisfima , Fol. viilolb- viscofis &c. Alke«
kengi Virg. FrufttT luteo FÉOILL. Peruv'. UI. p. 5. T. 1.
Sol. Vefiear. Proeumbens &c. iloRis, H i jh III, p. 517. S.
ij, T. 3. f. 24.
(11) P b y fa lis Ramofisfima Pedunc. Fruaif. &c. H . C lip . R.
Lagib. qzy, Sol Veficarium ind, minimum Heem. Lugdb. j s , .
T. J71, Hort, Mal. X. T. 140. f. 71. Burm, Fl. Ind. p. 54. S
T c 4
II. Dkei,, vu . Stuk.