IV. wie vindt beter ? De Ouden hebben reeds vatr
fdeel» een j(ruj j onder dien naam gefproken , en daar-
Hoofd» om kan het, met geen waarfchynlykheid , van
STüK* het Neerduitfch woord Mandraagen, (als op de
vif ‘.nwy' Wortels ziende, die eenigermaate naar het on-
derfte van een Menfch gelyken,) afgeleid worden.
By fommigen wordt het, deswegen , Anthro-
pomorphon geheten. In ’t Franfch noemt men het
Mandrxigore., in ’ t Engelfch Mandrake, in ’t Hoog-
duitfch Alraun, Hunds-Appel o f ook Erd - Ap-
fe ly dat is Aardappel. W y noemen het Man-
draagers - Kruid.
• Een dikke Wortel , in twee o f drie Armen o f
Beenen verdeeld , geeft een Stoel van Bladen,
lang en breed, als die der Beete, witachtig en
glad , doch veel grooter in het zogenaamde Mannetje
dan in het W y f je , welk de Bladen zwart-
^achtig heeft. De Bloemen komen, op enkelde
Steelen, tusfehen de Bladen voort. DeVrugten
zyn in het eerfte grootst, vallende rond, als
kleine Appeltjes en hoog geel van Kleur; doch
in het W y fje kleinder en langwerpig, naarSor-
ben-Besfen gelykende. Dit heeft ook de Bloem
uit den blaauwen paarfchachtig,
Deeze beiden groeijen in de heetfle deden
van Europa, zo in Spanje, als in Italië. Men
heeft èen ongemeen verkoelende en tevens ver-
doovende hoedanigheid aan dit Kruid toege-
Ichreeven. Van de Appeltjes zegt D j o s c o r i -
d e s , dat zy Slaap verwekken door den Reuk,
als ook wanneer menze eet ofderzelver uitgeperperfte
Sap nuttigt: maar Ray verhaalt, dat de IV.
oDfchadelykheid van het eeten deezer Vrugten
door Proeven gebleeken zy. Van de Venynige Hoofd-
Eigenfchappen , die fommigen aan dit KruidSTUK*
toefchryven, vind ik weinig bewys. De Wortel
maakt door braaken en afgaan een geweldige
Ontlafting , die fomtyds gevaarlyk is , zö de
vermaarde B oerhaave aanmerkte.
(2,J Doodkruid met een Kruidige Steng en Ey* u.
ronde effenrandige Bladen. Bdulmna
Belie-
Dit Kruid komt in de Bergachtige deelen van dagend.
Europa op veele plaatfen voor. Zelfs in Engeland
groeit bet overvloedig , zo R a y verhaalt,
by zeker Vlek , niet ver van Cambridge. In
Switzerland is het in de Bosfchen van Hakhout
zeer gemeen, zegt de Heer H a l l e r . Niet
minder in Italië, alwaar men ’er den naam van
Bella Donna o f Schoone Dame aan gegeven
heeft, om dat de Besfen fchoon voor ’t O o g ,
doch zeer fchadelyk zyn. Hierom noemt C l ü -
s i us hetzelve Doodelyke Nagtfchade, en anderen
Nagtfchade met Zwarte Besfen. De Duit-
fchers heeten het Dolkruid o f Sladpbesfen. Daar
zyn ook , die het eenvoudiglyk Groote Nagtfchade
tytelen.
( i) Atropa Caule Herbaceo, Foliis ovatis integris. Atropa,
Hort. Clijf, j 7. Ups. 45. R. Lugdb. 423. Solanum MeJaiio-
cecafus, C» B. Pin. 166. Solanum lethale. Ccus. Hifi. II. p.
«8. Don. Pompt. 456. Kram. AuJIt. 53.G0u.AN Monsp. 107,
Belladonnamajoribus foliis&fioribus, TOöRNF. l ”fl. Tl.