tv.
Afdeel
v.
H oofdstuk.
Vliegdoo
dende Eigenfchsp.
742 V y f m a n n i g e K r u i d e n .’
,, doodt de Vliegen, die op de Bloemen zit-
„ ten gaan ( * ) ”
Dit zegt B o c c o n e , die het Kruid in de Ko-
ninglyke Tuin te Parys badt gezien, waar uit
‘ blykt, dat de Vliegdoodende Eigenfchap van
hetzelve ten zynen tyde reeds bekend was ;
een zonderling Verfchynzel, waar van ik hier,
in ’t voorleeden Jaar, in de Hortus Medicus
Ooggetuige ben geweest. Sommigen hadden
zulks aan de Vergiftigheid der Apocyna toege-
fchreeven ; doch , aangezien ’er zo menigvul-
digerley Soorten van z y n , en deeze in ’t by-
zonder die Eigenfchap heeft, tnogt men met
réden om een andere oirzaak denken., Met dit
inzigt heeft de Heer S w a g r r m a n , voornaam
Heelmeefter nier te Amfterda^, ziende
dat de Vliegjes met de Snuit in de Bloempjes
Haken. , derzelver inwendig Geitel, door Ontleding
der Vrugtmaakende deden, naauwkeu-
rig getragt voor Oogen te Hellen ( f ) ; doch
zyn Ed. fchynt zig vergist te hebben, wanneer
hy den Styl zegt P i j l i l lum genoemd te
worden: want de Styl is. maar een gedeelte van
den Stamper, welke uit het Vrugtbeginzel, den
Styl en den Stempel { S t igm a }^ van hem het
Merk
l*) Muscuum pernlcies eft, fi Floribus infideant.
( I ) In het Vertoog, dienaangaande door zyn Ed. aan het
Zeenwfche Genootfchap te Vlisfingen gezonden, en in des-
zelfs leerhandelingen, V. D bladz. 2S i. enz, geboekt. welks
Tytel die Eigenfchap, als aan de Ap^na gemeen, fchynt voot
te ftelian.
Merk genaamd, beüaat. ’t Is: ook niet aannee- IV.
melyk, dat de Groote L i n n ü ü s , wegens het
Groefje in het S t igm a , deeze Plant onder de Hoofd«
Tweewyvigen (D ig y n ia ) geteld zou hebben.STUK*
Zo ’er een Styl is , heeft de Ridder dien altoos
gebruikt om de Vrouwelykheid der Planten te
bepaalen, en in dat geval doet de Stempel niets
ter zaake; gelyk iedereen dit, onder veele anderen
, duidelyk kan zien in het Geflagt der
Klokjes (C am p a nu la ) , alwaar de Stempel blyk-
baarlyk in drieën is gedeeld en dat evenwel
door den Heer L i n n ^eus tot de Eenwyvigen
(M qm g y n ia ) is betrokken. T c verwonderen is
tj dat iemand, die,bladz, 282, van de Studie
in de Philofophia B o ta n ica , als zyne byzondere
L ie f hebbery Ipreekt , daar in zulk? niet heeft
kunnen, vinden. Geringer zaaken gaa ik voorby(*).
Voor het overige vind ik de verklaaring van
gedagte zonderlinge Eigenfchap , en dat zulks,
voornaamelyk , door beknelling der Snuit van
het gedagte Vliegje tusfehen de Meelknopjes,
omltaan zou, niet oneigen. Zyn Ed. z e g t , bjadz.
299, dat die Snuit , welke hy Z u ig e r noemt,
be-
By voorbeeld dat men de Stamina zo wel Styltjis
noemt als.de Stylus; zynde het gedeelte, met F in FiV. 3.
getekend , het eenigfte datmen daar voor houden kan; (bladz
2S9.) Dit gedeelte, nu, wordt, bladz. 306 , Pi/niLm
ten en van het Sugma zo wel a's van her V ru g tb ^ n on-
deiicheiden >, welk laatfte , zo ik geloof, met de Letteren
’ diC V0,Sens den Text -W * * zouden betek
nen, en met met C , aangeweezen wordt.-