IV* fraay. Dit laatfte heeft plaats in d ie , welke
m. ‘ voor de Vrouwelyke gehouden wordt. Decze
H o o f d * heeft de Bladen breeder en naauwlyks gevind,
s t u k . z e g t d e H e e r M a l l e r , d e Bloemen veel klei.
viS'!"Wy' ner en wel met een driedeeb'gen Styl, doch niet
dan onvolmaakte Meeldraadjes : de andere den
Styl onvolmaakt, doch brengt niettemin Zaad
voort (*)♦ D illeniüs in tegendeel, zegt, dat
fommige Planten van deeze Soort Zaaddraagen-
de , anderen onvrugtbaare Bloemen hebben ,
zonder Styl o f Zaad ( f ) . Doktor S c o p o l i
zegt ’er van: ,, de Sexe is veranderlyk: want
, , nu eens vindt men Vrouwelyke onder de
„ Tweeflagtige drie- en eenmannige Bloemen
, , gemengd: dan komen wederom enkele ftomp-
, , jes van Stylen in de meellen voor: des het
„ Kruid fomtyds tot de Tweehuizigen, fom-
** tyds tot de Veclwyvigen behoort” (\.). Hier
uit kan men de oirzaak van ’t gedagte verfchil
begrypen.
v . ( 5) Valeriaan met driemannige Bloemen, alle
o ffic ium . de bladen gwirid hebbende.
Wilde.
Deeze wordt de Groote Moeras-P"aleriaan o f
Groo*
( * ) H a l l . Htfa. p . « 5 4 .
( f ) D i l l e n . Giejf. p , 4 7 .
(19 SCO PO L . Carneol, p . 3 4 * .
( s ) Valeriana F lo r . triandris F o l . o m n ib u s p in iia t is . H.
CHjf. Upf. & c . Scc. V a le r ia n a p a lu f t r is m a jo r . C , B . Pin, 1 5 4 .
Frodr, 8 6 . V a l . f y l v e s t r i s m a jo r . C . B . Fm, 1 6 4 . Fl, L&pp,
1 ; . V a l . f y lv e s t r i s . Don. Ftmpt. 3 « % X o £ , Um , 715. H A f c L ,
U tlv , «fiz»
Groote Wilde , gemeenlyk Wilde Vileriaan , IV.
getyteld. Men vindtze naast de voorgaande by
L obel afgebeeld en naast de volgende by D o-Hoofd-
ponjeus. Dus kan men zeer duidelyk haar ver-STUK*
fchil van die beiden befchouwen. De Groei•n^ 0Msr‘
plaats is op dergelyke, doch meer Bofchachtige
plaatfen van de zelfde Landen en dikwils by de
voorige Soort, komende dus in onze Provincie
dikwils aan de kanten der Slooten voor. In
Vriesland heeft M e e s e haar bovendien in de
Bosfchen der zogenaamde Wouden gevonden.
Doktor S c o p o l i namze in Karniolie, alwaar
zy Mertuite, zegt h y , genoemd wordt, aan de
Haagen waar, en bevondt de onderfte Bladen
tien, de middelden negen, die aan den top v y f
paar Vinblaadjes te hebben, zynde het Zaad
hier met tien, in de voorige Soort met twaalf
gepluimde Straalen gekroond.
Deeze Soort , inzonderheid op de Bergen
groeijende en ook wat fmaller van Bladen; (weshalve
zy dan Groote Wilde Berg-Valeriaan ge-
'noemd wordt,) is van ouds wegens haare uit.
neemende kragt tegen de Vallende Ziekte vermaard.
Sommigen, echter, in laater tyd , hebben
die kragt in twyfel getrokken. Algemeener
wordt daar in een Zweet- en Pisdryvende, af-
zettendc'kragt der Stonden en tegen de Opfty-
ging erkend. In eene groote Gifte is ’ t zelfs
een Purgeermiddel. Men gebruikt het Aftrek-
zel in W y n , dat beter is dan het Poeijer van
den W o r te l; dewyl die door ’t droogen veel
ver