W.
Afdeel,
i.
Hoofdstuk.
JzeniOy-
V*£e»
2 Gewas zweemt veel naar dat der tamme
Gember-Plant, dóch is in alle opzigten grover
en heeft de Stéelcn niet alleen hoogcr, maar
ook de Bladen breeder, en het Onderwas, dat
de Bloemikhg maakt, heeft een K o lf van weï
twee Duimen dikte en v y f ó f zes Vingerbreedten
hóogte: zo dat die meer naar een Knods
gelykt. Deéze K o lf, die van onderen en boven
fmaller is, wordt in de rypheid rood, en .van
tusfchen haare Schubben geeft zy dergelyke
doch wat gröotcr, witte Bloemen u it, ais de
naastvoorgaande Gember-Plant.
.Door geheel Indic, van Java a f tot in de Mo-
lukkes, is deeze Lampujang bekend, zegt RuW-
PHius, die verhaalt, dat menze aldaar in de>
Medicynen gebruikt, wordende van de Inlanders,
tot Pbeij'ergewreeVcn zynde, tegen Buik-
pyn ingegeven. Voorts eeten z y de jonge Bladen
en Stoelen, en leggen de verfche Wortelen
® ’ even als die van de naastvóÖrgAande.
III.
Amomum
Cardamo-
mum.
Kardamom.
(3 ) .Amomum met de Bloemjteng geheel enkeld
en zeer kon; de Blikjes overhoeks en ruim
geplaatst.
De Kleine Kardamom wordt met deeze Soort
betekend. Men heeft, naamelyk, van deeze
Kruidery, die op Amboina in de Bosfchen groeit
een Soort met groote langwerpige en een andere
(3) Amomum Scapö firnplidsfimo brevisflmo &c. Cardamomum
minus. Rumfh.rr , w , Amt. y. ». « , rr, »5« tc. r, . Elettari ÜQTt' JyÏAl' JCl4 p, ^ -' i j -,
re met kleine ronde Zaadhuisjes. De Indiaa* IV.
nen, in de Bovenlanden, noemen het byna alge-
meenlyk Kardamm, zegt R o m p h i o s , waarHoof»-
van de Griekfche naam, Kardamomum, zou a f STUK*
geleid z y n : doch het is zonderling, dat dezelve
dan zo zeer met de gedaante en eigeqfchap kan
ftrooken. E n , dewyl het van de Malabaaren
Etrimelli, op Ceylon Enckol, by de Mooren
en Heidenen, in Ëengale en elders aan die Kust,
wederom anders genoemd wordt, zo denk ik
veeleer, dat de Indiaanen gedagten naam van
de Grieken zullen ontleend hebbejn : want dezelve
betekent eigentlyk een Amomum van eene
jHartagtige figuur.
Plet Gewas, van de fyne o f kleine ronde Kar-
damom y gelykt veel naar dat van de Gember,
Het beftaat pit gebladerde Steden, omtrent drie
Voeten hoog, by den Wortel rood, die knobbelig
is en Berk gevezeld , fcherp van Smaak :
maar het Onderwas, dat deBloemfteng maakt,
Wordt, in deeze Plant, na au wlyks een Handbreed
hoog en beftaat uit beurtlings zeer ruim geplaat-
fte Schubben , tusfchen welken de Bloempjes
uitkomen, gelyk in de voorgaanden ; waar na
deeze Bloemknop met Vrugten beladen wordt.
In Indie, zelfs, vereifcht de bezorging van deeze
Planten veel gedulds. De eerfte twee Jaa-
ren brengt de Kardamom-Plant niet dan Bloemen
voort ; ja zy moet in een vette Kleygrond
dn wel op de Zon ftaan, indien zy in het derde
Jaar Kardamom-Peultjes zal draagen. Van deeze
II- ian , vu. stuk.
m