Afmel, ^ nod!i? ’ gedrakt zynde> e « * een Welriekend
j VO^Ü lilt*
Hoofd- In Oostindie wordt de tamme Gember veel
T ; , t Tur n a^ ek^ daar men dan de beste
v>£t. Wortelen afileekt om te konfyten, en de overige
droogt. Z y groeit op alle de Eilanden der
Indifche Wateren, tot aan China to e , menigvuldig
, doch de roode zeldzaam en weinig dan
op de Molukkes; alwaar de Gember zo wel in
’ t Gebergté wasfen wil als aan ’t Strand, dat zy
elders fchynt te beminnen. De beste witte
nogthans, valt in Malabar en Bengale, aan de
Vaste Kust van Afie. Arabie o f Ethiopië zal
mooglyk haar Vaderland zyn , van waar men
dit Gewas door geheel OostiDdie heeft voortgeteeld
: want eertyds plagt men al de Gember te
haaien van de Kusten der Roode Z e e , zo G a r.
c i a s verhaalt. Het valt nog heden in Guinèa,
en is door de Spanjaarden overgebragt in Mexil
ko en op de Westindifche Eilanden, van waar
men hedendaags de meefte drooge Gember
k rygt, die zelfs beter dan de Oostindifche ge-
agt wordt.
Den verfchen Gember-Wortel houden de In-
diaanen voor een uitmuntend Middel tegen Ko-
lykpynen, Opftoppingen van Winden en Buikloop
, die uit Koude is ontftaan. Z y gebruiken
zow e l de Wortels, als de Bladen, groen zyn-
d e , tot Geregten en Toefpyzen, eetendè die
met Olie, Azyn en Z o u t, als Salade. De ge-
konfyte Gember is , degeheeje Wereld door,
als
mm
als een Hartfterkend middel beroemd. De j y .
drooge Wortels lirekken in de Geneeskunde Afdeel.
tot verdunning van Slymerige, taaijc Vogten;
tot opwekking van de traage beweeging der stok.
vaste Deelen , en dus tot verfterking zo wel M*noty.
van de Herfenen als van de Ingewanden. Uitwendig
worden zy aangepreezen tot het doen
verflaan van Koude Gezwellen, als ook tot
verdryving van de Schurft. Z y komen ook in
veele Samengelïelde Winkelmiddelen. In de
Samenleeving dient de Gember tot eene on-
kostbaare Specery.
(2) Amomum met de Bloemjleng naakt, de
Kolf langwerpig Jlomp. Zerumbetk*
Wilde
Deeze Plant wordt in Oostindie Matta Mm-zedo«! °f
gil genoemd, ’t welk Wilde Gember betekenen
zou, zegt R umphiüs , d ie ’erdenLatynfchen
naam aan geeft van Lampujum, om dat de Ma-
leijers haar Lampujang heeten. O f het de Ze-
rumbeth der Arabieren , dan de Zedoaria der
hedendaagfchen z y , is duifter. R umphi üs
durfde dit Iaatfte niet verzekeren. De Wortel
is Kruidig en bitter van Smaak, ’t welk overeenkomt
met de genen, die men Radices Ze-
doaria in de Apotheeken tytelt.
*t Ge-
(2) Amomum Scapo nudo , Spici oblong! obtufl. Hort.
Cliff. 3. Ehret. Piti. T. 14. f. I. MILL. Ie. 17. T. 2s.
Brown. Jam. i i 3. Zingiber latifolium Sylveftre. Herm.
Lugdi. 630. T. 637. Lampujum. Rumph. Amt. V. p. 14*.
T» 164. (• 1. Katou Infchi-K.ua, Hort. Mal. XI. p. 27. T. 13.
8 urm, Ztyl. «34.
II, P eel. VII. Stuk.