IV. Ar DEEL
V.
Hoofds
t u k .
Etnviy
wij*.
II.
Eer art
Jndica.
Oostindi*
fche.
Bloemfleeltjes zyn , voor dat de Bloemen o*
pengaan, omgekruld. De Zaaden zyn geftreept,
zy loopen puntig uit en worden door de ryp-
heid zwart. ,
De Bloemen worden onder de Hartfterkende
geteld en het Water, daar van gedeftilleerd ,
als ook de Conferf, zyn ten dien opzigte in
veel achtinge geweest: maar het Kruid is verkoelende
, van eenen lymerigen Salpeterigen
Smaak, wordende deswegen het Sap, in hee-
te Ziekten, door Boerhaave aangepreezen.
V y f Oneen daar van, in helZydewee gebruikt,
hadden een aanmerkelyke verlichting toege-
bragt. Men kan het Kruid ook gekookt als
Kool eeten en in Vleefchnat is het niet onaangenaam.
(2) Bernagie met de Bladen aan de Takken
gepaard, omvattende ; de Bloemfleeltjes
’ eenbloemig.
De Heer D a n t y d’I s n a r d hadt van
deeze Indifche Plant een Geflagt gemaakt onder
den naam van Cynoglosfoides; doch dezel-
, ve behoort zekerlyk tot de Bernagie. De omvatting
der Takken door de Bladen is uit zyne
Afbeelding zeer blykbaar.
CS) B efr
f2) Berago Foliis raraificationum &c. Botr. Calydnis foliis
Sagittatis ereftis. H. Clijf. Fl, Zeyl. R, Lugdh. 403. Cynoglosfoides
folio Canlena araplexante, isnabd. Mtm* 1711« t l
(■ 3) Bernagie met gepaarde gefteeïde Eyronde W.
Bladen en veelbloemige Bloemfleeltjes. f d e e l .
H o o f d -
Deeze, veel naar de voorgaande gelykende, sTÜK.
is ook zeer fraay in Afbeelding gebragt door mi
gezegden Franfchen Heer. • De Hoogleeraar
M u r R a y befchryft ze als een Stekelige Plant,
met Eyronde Bladen, die gefteeld zyn , en
zeer kleine knikkende blaauwe Bloempjes, in
% midden geel, met v y f paarfche Stippen.
Ca) Bernagie met de Tabbladen overhoeks on- £ vt. VT! " 0 ' . . . Ze-jlamcm.
gefteeld ; de Bloemfleeltjes eenbloemig en ceyion-
de Kelken niet geoord. fihe*
Alzo die groote Kruidkenner, de Heer Ha l -
ler , van de gewoone Bernagie z e g t , dat de
Kelken niet geoord, de Bloemfleeltjes eenblde-
mig zyn, en de Bladen, volgens L iN N i S u s ,
ln dezelve ook overhoeks voortkomeft : zo ziet
men hoe de Soortelyke bepaalingen dikwils in
elkander loopen. Deeze heeft de Ridder overgenomen
van den Heer N . L*. B u r m a n n u s ,
die dezelve Ceylonfche Bernagie geheten en afge
; ( j ) Berago Fol. oppofitis petiolatis ovatis &c. H. Clijf. R»
Lugit> 403. Cynoglosfoides Afticana. Isnard Mem. 1713. T.
i i , Cynaglosf. Boiaginis folio & facie JEttóopica Pluk.
Alm. 34.
(4) Btrage Fol. Ransels alternis fêsfilibus Sec. Mant. 202:
Borago Zeylanica. Burm. Fl, Ind. 41. T. 14. f. 2. An-
chufa Buglosfoides Iathospetmi fenaine. PLUK. Mant, 13, T.
33j , f, Bonago Zeyl.' maxima. Burm. Z ijl, 4®.
F f