IV. en tot een Geneesmiddel, meest gebruikt w©*,
AFfv.EL' dende- Zelfs het gedeftiilcerde W a te r , daar
Hoof»- van, zegt men van veel nuttigheid te zyn. De
stuk, Daam, die zuiver Franfch is , zou ’e r . wegens
yi&e. de kragt tot vergruizing van den Blaas-Steen,
aan gegeven zyn. Het Kruidje is fterk Pisdry-
vende. Het groeit niet meer dan een Span
hoog, met een opgeregt Stengetje, en heeft
gefleelde Wortelblaadjes, die driekwabbig z yn ,
doch de middelfle Kwab in drieën, de twee zy-
delingfen , ieder, in tweeën verdeeld hebben,
zyn de geheel ruig. Sommin^0 hcbbeu Let daarom
by d® Keivel vergeleeken. De Bloempjes
zitten by trapjes, ongefleeld, in de Oxels dër
Bladen" en zyn naauwlyks zigtbaar ; waar van
het den Geflagtnaam draagt. Somtyds komt ’er
maar déne Styl in voor. T ooj i n efort merkt
aan, dat het vry laf i s , omftreeks Parys, ter-
wyl L ob el ’er een merkelyke bitterheid en
fcherpte aan toefchryft. Deez’ hadt het, zeer
oneigen, Èngelfchen Steen, cloorfnydende Kruid
genoemd CO, ' . C ru-
(*) In zyn Kruidboek , bladz. 8 88. Want het denkbeeld
dat reen uit die benaaming op zou manken, is zeer zon«
derling , en komt geenszins met de natuur der zaake overeen.
Men zou het dan beter Sutnvergruizend Kruid, of
SteeMitrteerdir, of Sttienboorder kutinen noemen : welk laat-
fte de Franfche naam byr.a aanduidt. De Èngelfchen hee-
ten het gemeenlyk Parjlty - Pert of Parfley-Break ftone, dat
is^reekfteen • Peterfelie; doch het wordt, in ’t GraaffchapHc-
tefotd, ook Colickyiort , dat is Kolykkruid geheten, zo Mer-
ret aantekent, Pin. Lojnd, 1567. p. 92. Geheel 'oneigen is
het woord Parjley - P m , in Sewels Woordenboek, Pefc
tyichim Saxifragum vertaald.
C r ü z i t a . Kruisplant. IV.
A fdeeE,.
Dit Geflagt heeft twee Kelken, den bin- xv.
penflen vier- den buitenllen vyfbladig, z °nderSTUK.
Bloemblaadjes en een enkel Zaad.
De .eenigfte Soort ( 1 ) komt onder den
Spaanfchen naam Cruzüay betekenende Kruis- Hiripanisa,
plant, by L oef l i no voor. Z y heeft een^anfche.
regte lievige Steng, van vier o f v y f Voeten,
met regtopflaande T a k k en , tegenover elkander,
gearmd, De Bladen zyn gepaard, Lancetvormig
, aan de enden Ipits, effenrandig ,
bruin. De Bloempjes . die zeer klein zyn »
komen Schubachtig , Aairswyze tot een Pluim
yergaard , aan de toppen voort. Hy hadt de
vier Blaadjes van den binnenflen Kelk Bloemblaadjes
geheten. De Groeiplaats, is aan de
Valle Kust van Zuid-Amerika , in ’t Land.
fchap Cumana.
B ü F o N I A.
Een Vierbladige Kelk en vierbladige Bloem,
met eene eenhokkige tweezaadi’ge Vrugt, maa-
ken de Kenmerken uit van dit Geflagt.
De eenigfte Soort ( i ) , door gedagten Autheur r.
jj-j BuforAa
tehuifolia.
(1 ) Cruzita. Syst. Nat, XII. Gen. 167, p- l z 9- V tg . XIII.,I)unUadlfr-
P* 139. LOEFL. Itin. 203*
( i) Bufonia. Syst. Nat. XII. Gen. ifiS. p. 129. K eg . XIII,
p. 139. SAUV. JMonsp, 141. Am, Acad. I. p. 386. Lof.fi.,
Itin. 44. GeR. P tov. 400. MAGV, Monspi 211. Alünoiues.
RAj. Angl. III. p. 346, Alfine Polygonoidfs tenuifolia. Fluk,
Alm. 2e. T. 75. f. 3. Herniatia anguftisGmo Gramineo f07
|io , ere&a. Mags. Hort, T. 97«
A a 3