IV.
A fdedl.
XV.
Hoofdstuk.
Eenvjyeen
roodachtig rond Stengetje, gepaarde Lan-
'cetvormige Bladen, en zeer veele kleine Bloem-
pjes , die elk een eigen Steeltje hadden , %
Kransjes by elkander. Het Zaadhuisje was
rond, rood en grooter dan de K elk, die hier
viertandig is.
De Heer N. L . B d r m a n n ü s geeft Afbeeldingen
van deeze Soort, welke uit China in
Italië genaturalizeerd, zo de Ridder aanmerkt,
onder den naam van Cornelia verticillata was in
Plaat gebragt door den Heer A r d u i n ü s .
Deeze , echter , beeldt dit Kruid grooter a f ,
waar van alle Exemplaaren, op Java en Koro-
mandel verzameld, volgens gedagten Hoog-
leeraar niet grooter waren dan ongevaar een
Handbreed hoog. De eene zyner Afbeeldingen
is getakt, en die zoude in magerer Grond voortgekomen
zyn , dan de kleinere ongetakte, ’t
welk een byzonderheid is , niet zeer met de
natuur van onze Gewasfen overeenkomftig.
I S N A R D I A.
Dit Gef lagt, buiten twyfel naar den Fran-
fchen Heer D a n t y d ’I s n a r d , van wien
men, in de Verhandelingen van de Koninglyke
Akademie der Weetenfchappen van P a ry s ,
verfcheide Kruidkundige Vertoogen heeft, benoemd
, heeft een vierdeeligen Kelk zonder
Bloem en een vierhokkig Zaadhuisje, met den
Kelk omringd.
Maar
Maarêéne Soort komt van ( i ) het zelve v o o r , W.
die als een Soort van Muur is aaDgemerkt ge*£ Pjy.SL*
weest, en Rondbladig Kruipend Moeras - Muur, Hoofb-
met vette Porfeleinblaadjes , genoemd. M en5TüK‘
heeft ’er den naam van Dantia, naar dien zelf- hnardi*
den Heer, aan gegeven. Het groeit niet alleen^^jïge.
in Europa , alwaar men hét in Vrankryk en
den Elfaz, als ook in Italië, gevonden h e e ft,
maar zelfs in Rusland én een dergelyk Plantje
is ’er op Jamaika zo w e l, als in de Rivierea
van Virgïnie, aangetroffen. B r o w n e noemt
het Water - Oldenlandia , met ftomp Eyronde
gepaarde Blaadjes en enkelde Bloemen in de
Oxelen. Het is door verfcheidene afgebeeld.
M o r i s o n noemt het Groote Glaux der Moeras
f en. Hy z e g t, dat het een Plantje is , met
SteDgén van een Voet lang op ’t Water dry-
vende, die aan de Knietjes Vezelachtige W o r teltjes
uitgeeven , waar door het gévoed wordt.
De Blaadjes zyn als gezegd is eh de Bloempjes
groenachtig, waar op Zaadhuisjes als Kruidnagelen
volgen , vol van zeer kleine Zaadjes,
B o c c o n e fchynt dit Kruidje, by Padua en
el-
( i) tsnardia. Syst. Nat. XII. Gen. ijfi. p. 12S. Veg. XlII.
p. 136» Dal. Paris. 53. Dantia. Pet it . Gen. 49. T. 49.
GüETT. Stamp. 2. p. i ij . Ocymophyllutn. BUXB. A 3 . XV«
p» 177. T. 27. Oldenlandia aquatica &c. Brown. Jam. 14«.
Glaux major paluftris Flore herbaceo. Mor. Pral. 1268, Raj. ’
Hiß. 1102. Sappl, 6? J. BOCC- Mas. 105. T. 84» f. 2. Alfin®
palufiris romndifblia iepens, Ia ND. /Afat. 114, T, 2.