aJdb. ^ aarc*en voor* Steng is broofch; en zou
a f d e e l anders kunnen dienen tot een Wandelftok of
H oofd- Herders-Staf, De Bladen van Eyrond Lancet».
«tuk. Wyze figuur, zyn zagt als Fluweel doch aan
de Middelrib gedoomd: de Hoofdjes zyn Haai.
rig en hebben maar de grootte van een Noot.
Op deeze is de naam van Labrum P ’eneris, of
het Wafchvat van Venus, om dat het Water
der Gemeene Kaarden van de Vrouwtjes tot
Blanketzel plagt gebruikt te worden, daar aan
gegeven, niet toepasfelyk. L o b e l heeft ze
ook door die feenaamingen onder fcheiden (*),
£ y den Steel heeft ieder Blad twee kleine ronde
Blaadjes als Ooren, byhangzeltjes genaamd.
Alle deeze Soorten van Kaardenkruid zyn twee-
jaarige Gewasfen.
S c a b i o s a . Schurftkmid.
De byzondere Kenmerken van dit uitgebrei-
de Geilagt beftaan in een gemeene Kelk te
hebben , die veelbladig is , bevattende Blommetjes
in vieren o f in vyven ongelyk verdeeld ,
en twee eigen Kelkjes hebbende, het eene boven
het andere , onder, het Vrugtbeginzel, De
Stoel is met Kaf jes bezet o f naakt. D e Zaadjes
zyn op de eene o f andere manier gekroond.
’t Getal der Soorten, meest Europifcben, is
dertig , waar van de elf eerften vierdeelige ,
^ de
(*) Noemende naamejyk deeze Virga Feflorh en de Ge-
aieene Wilde Kaaiden Latruns Vtntrti, Zie hen, n, p, jg.
de overigen vyfdeelige Bloempjes hebben
naamelyk. ' • iv.
Hoofde
( i ) Schurftkruid met vierdeelige gelyke Blom- STüK.
met jes, gefchubde Kelken, knikkende Bloe- r.
men en gevinde Binden ; de f^inblaadjes jup-tnf *
Lancetvormig met Tandjes. Aipifch.
Van deeze Soort, die op de Alpen van Swit-
zerland en Italië groeit, en Bladen heeft naar
die der Groote Santorie gelykende, is de Kelk
gefchubd en korter dan de Bloem, de Vrugt
half Eyrond, de Stoel Klootrond, met Lancetvormige,
gefleufde, blyvende Kaf jes. D eZ a a *
den zyn vierhoekig, met vier grootere en vier
kleinere Tandjes beurtlings gekroond. HetZaad-
kuifje heeft twintig uitgebreide Straalen.
O ) Schurftkruid met vierdeelige gelyke Blom- Tr^ u
met jes gebaarde Kaf jes en Kelken; de Wor-
telbladen Lierachtig, de Stengbladen Vins- rifd”*3'
wyze verdeeld.
Hier komt het allerhoogfte Jaarlykfe Schurfc-
kruid ,• met Bladen eenigszins naar die der Agrï-
motiie gelykende, van H e r m a n n u s , t’huis.
De»
( j) ScaHt/a Corollulis quadrifidis acqualibus &c. Syst. Nat.
XII. Gen. 115. P- n*- RS1 XIII. P* lzo‘ ® t/p/.K,
Lu^dk. i28. N. 1. Scabiofa Alpina Fol. Cent. majoris. C. B.
Fin. zyo. EyST. jS/L 122.
(a) Scabiofa Cor. quadrif. aq. R. Lugib. N. 6. H. Upf.
Scabiofa altisfims. annua &c, HEEM. Lugdb. 53F- MOHIS,
Mijl. III. p. 4«. S. 6. T. I j . f. 13.
U, Deel. Vil, Srux.