624 V ï f M a n n i c e K r u i d e n *
IV. in ’t Engelfch Mullein, in ’t Sweedfch en Deenfch
A fdeei-Kongs-lms , in ’c Hoogduitfch Konigskertz of
H oofd- Kertzen - Krant, dat is Konings - Kaars of Kaar*
stuk. fenkruid, en in ons Land ook wel Toorts kruid;
Emwr om dat men de Stengen, gedroogd, en met eenig
Smeer bedroopen , tot Fakkels kan gebruiken.
ii. ("a) Wollekruid met afloopende Bladen en een
S f i S i ' getakte Steng.
Dergelyk.
Hier door verfchilt deeze, die misfchien een
bafterd - Soort van de voorgaande is.
ui. (3) Wollekruid met byna Lierachtige Bladen
■ ^oerhaa"’ en ongejleelde Bloemen.
viaanfch.
De groote Boe rha a v e hadt van een Soort
gewag gemaakt met Mottekruids Bladen, zwart,
en grooter geele Bloemen , met paarfchachtïge
Topjes. Deeze groeit in de Zuidelyke deelen
van Europa. Zy heeft de Bladen niet langs de
Steng afloopende, maar Spatel vormig, een wei*
nig uitgehoekt, van boven byna glad, van onderen
Wollig. De Aair gelykc naar die van ’t
gewoon e Wollekruid.
(4) Wol-
(2) Verbascum Fol. decurtentibus Caule Ramofo, Veg.
XIII.
(3) V e rb a s cum Fol. fublytatis , Floribus fesfilibus. Verbas*
cum Fol. Rad. ovatis petiolatis &c. Mil l . Diiï. T. 27».
Verbascum Blatraria: foliis , nigrum, &c. BOERH. Lu&db. I.
p, 2S8, An TlLL> Pis, T. jo.
(4) Wollekruid met Êyrmde> wederzyds Wol- IV .
liga Bladen, de onderllen gejleeld. AfdeeDJ
Deeze , is het zogenaamde Wyfjes - Wolle-^ü°™^
kruid, met een groote Bloem, van C. B a u h i - iv.
nü s. Het groeit in Italië, en heeft een regt-
opllaande Aair, die zeer Wollig is , uit Lancet*^* %
vormige Blikjes, famengefteid,, waar tusfchen de (.ïadjf'
Bloemen by vieren zitten; zo dat eerft de mid-
delfle , dan de laagfte en eindelyk de zydelïng-
fen bloeijen. De Zaadhuisjes zyn langwerpig.
( 5) Wollekruid fnet Beitelvormig Isngwerpi- y
ge Bladen. Lychmth.
Sm a ib la -
Van de ecrfte Soort verfchilt deeze, die op
de zelfde plaatfen voorkomt volgens Hal l è r ;
niet alleen door de fmalheid der Bladen, maar
ook door de kortheid van-de Steng,, welke weinig
langer is dan twee Voeten en getakt' Van
boven zyn de Bladen zware, van onderen met
een korthaairige Wolligheid en als met Meel be-
ftrooid , op de kanten fcherp getand.' De Bloemen
zyn bleek , met fpitfe Blaadjes daar tusfchen
; doch hebben roode Meelknopjes. In
f4) Verbascum Fo’. ovatis utrinque tomentofis &c» Verbascum
fotmina Flore luteo magno. C, B. Pin. 239. Verb, mon-
tanum tomentofum & incanum &c. Til l . Pis, 171,
(j.) Verbascum Fol. Cuneiform!-oblongis» H. Ups. 45, F l.
Saw. II. p. 196. Verb. Fol. ovato- acntis &c. H, Cliff. R. Lugib,
DALIB, Paris. 71, Verb, pulverulentum &c. J. B. Hiß. III.
‘p. 8I2. Verb, mas anguftioribus foliis &c. Verb.Eychn. Fl. albo
parv.C,B, Pin. 239,240. Phlomosmas alter. Lob. leen, yó2,
R r
II. Deel. vil. Stuk.