IV. deeze Soort uit. Dezelve h e e f t , volgens de
A fdeel. t,efchryving, de onderfte Bladen ftomp Eyrond,
H oofd* gefteeld, de bovenden Lancetvermigongedeeld,
stuk. geeyende uit de Oxels als twee fmalle Stoppel»
vif?™*’ tjes* De Bloem heeft een langen Ste e l: de
Kelk bedaat uit rondachtige Schubben. De
Blommetjes zyn meestal in vieren gedeeld j van
buiten W o llig, met de buitende Slip een weinig
grooter, waar door de Bloem zig iets o f wat
gedraald vertoont,
v i. ( 6) Schurftkruid met vierdeelige gelyke Blom-
Sucfifl? metjes, een enkelde Steng, nabuurige Tak-
Be«?ls* en Lancetvormig Eyronde Bladen.
Deeze S o o rt, in ons Land gemeen, voert,
wegens den geknotten Wortel, den zonderlin»
gen naam van Duivelsbeet, en maakt de Succifa
der Apotheeken uit. De eerstgemelde naam,
niettemin, heeft byna in alle Taaien van Euro-
pa plaats. Het Kruid groeit overal in vogéïge
o f laage Velden en Weidlanden, als ook aan
Dyken en Wegen. Inzonderheid onderfcheidt
het zig van het gewoone Schurftkruid, doordien
de Bladen byna onverdeeld zyn en dat het de
Hoofdjes ronder heeft. De Bladen zyn meer of
rninder getand, fomtydsruig, fomtydsglad,* het
heeft
. (6) Scabiofa Corall. 'qusdtifjd. *q. &c. H. Clijf Ft, S&c.
R. Lu^db, N. 4. &c. &c. Succifa glabra, C. B. Pin. 263,
Succifa f. Morfus Diaboli. CAM. Epit, $97. Morfus DialjoJi, Zoje, Utn, J4s. Succifa hitfuta. C. S. Pin, ify,
heeft de Blommetjes fomtyds in vy ven gedeeld 4 iV.
en de Kleur der Bloemen is doorgaans paarfch
o f blaauw, doch ook wel wit o f Vleefchverwig* Hoofd-
Men vindt ’er goede Afbeeldingen van, by de'5TUK*
Autheuren.
De Smaak der Bladen i$ bitteraehtig én ee*
nigszins famentrekkende, wordende d ie , bene-*
vens de Wortels, in Gorgeldranken, voorlang-
duurige Gezwellen van de Keel, gebruikt. Men
plagt ’er ook een Zweetdryvende en T.egengif-
tige kragt aan toe te fchryven. Sommigen gebruiken
het Kruid in Pappen uitwendig. Het
Sap dient tot zuivering van kwaadaartige en vuile
Zweeren. In Sweeden verwen de Oelanders
hier medé het Garen groen, gebruikende daar'
toe zo wel den Damp als het Afkookzel zelve.
(7 ) Schurftkruid met vierdeelige Straalendé v!i..
Blommetjes en onverdeelde Bladen, de Stoel- ;„ufrlj£ï
bladen Eyrond ert getand, de StenMadên1’“-
t . • „ Onver- Lancetvormig en een Kruidige Steng. decié«
De eze heeft de Bladen volkomen onverdeeld,
maar aan de kanten een weinig getand. D e
Steng is , geiyk in het gemeene Schurftkruid,
gevlakt, Takkig en veelbloemig, doch rauwer,
groeijende van een Elle tot vier Voeten hoog,
zegt de Heer Haller , die ’er Zelfs een ftekelige’
(7) Scabiofa Cor. quadrif. rad. Sec. Scaf>. anhua integrifd--
lia feu Folio Bellidis. M agn Monsp. ajr. GOUAN Jdohip,
Si, Ger. Prov, Ho. HALL. Helv, 671,
q