IV.
A.FDEEL
V .
H oofdstuk.
jEenvty-
Vȣ*.
tï. t
ïcWnt, van den Hoogduitfchen haam Guickheiï
o f Gauchheil, waar van ons Guichelheil zyn
afkomst heeft. De betekenis van Goochelen
is békend. Men h e e ft’e r , van oüds, wonder-
baare kragteh tegen de Zinneloosheid aan toege-
fchreeven, die voor- weinige jaaren, doör een
Proefneétning van den Heer M i c h a è l i s ,
beveiligd zouden zyn. Hiefom wordt het Kruid
ook wél genoemd Heil der Zotten. Voorts is het
als een middel tégen de Hondsdolheid aange*
preezem In Virginiè, daar * men t ook vindt ^
befchryft C l a y ï o n hetzelve als een Tegengift
Anagallis
J/lontlli.
Italiaanfch,
eb Longmiddel , maatig warm en droog en
dienltig Om de Raaskallingeh o f Bazelingen in
Koortfen te bedwingen. Het is uit den zuuren
famentrekkende met eenige fcherpheid, en kan
dus uitwendig tot geneezing van Zwoeren, inwendig
tot Bloedzuivering , gebruikt worden.
Ook is het niet onaangenaam, wanneer men ’t
óver de Salade, o f op zig zelve met Olie en
Azyn nuttigt*.
( 2 ) (Guichelheil met onverdeelde Bladen en
regtopjlaande Stengetjes.
V C Lü s i u s gaf aan deeze den naam van Dun*
bladig Guichelheid vahMoNELLus, waar Van
de
( i ) A n a g a l l i s F o l . in d iv i f is C a u ï é e r é f t o . A n a g . F o L L a r i -
c e o la t i s . H. Cliff. Ups. Anag. c c e ru le a F o b b in is t e rn is v ö
cjs a d v e r fo n a s c em ib u s . C, B. Pin. 252. A n a g . t e n u i fo l ia M o .
n e l l i . Clus. App. alt.
de bynaam. B a u h i n u s noemt het Blaauw IV.1
Guichelheil, met twee of drie Blaadjes tegen- Afdeeu
over elkander groeijende. ’t Gemeene Blaauwe Hoofd-
komt met twee , drie o f vier Blaadjes voor.ïTÜK*
Deeze Italiaanfche groeit by Verona.
(3 ) Guichelheil met^ Hartvormige omvattende m.
Bladen , en famengedrukte Stengetjes. LatifórL!
Breedbla-
In Spanje groeit [deeze Soort, welke door dig.
haare Breedbladigheid uitmunt , hebbende tevens
eene zeer groote Bloem, die blaauw van
Kleur is , met paarfche Meeldraadjes en geele
Knopjes. 1 Z y komen, op enkelde Steeltjes ,
uit de Oxels der Bladen voort, die groot en
breed, glad , van onderen bleek geftippeld zyn.
Niettemin heeft deeze Soort met het Gemeene
Guichelheil veel overeenkomst.
{4) Guichelheil met Liniaale Bladen en regt• Iv>
opjlaande Stengetjes. smfidig,
Deeze groeit zo wel in Portugal als in Spanje.
T o u r N E f o r t heeft dezelve ook gekend
, en Portugeefch Guichelheil met fmaller
Bladen dan Vlafchkruid geheten. De Steng is,
zo wel als in het Gemeene, vierkantig, doch
op-
(3) Anagallis Fol, Cordatis &c. Anag. Hisp. latifolia ma-
ïimo Flor. Tournf. Infl. J+3. Cruciata montana minor Fl.
coer. Babr. lc. 584.
(4) A n a g a lli s Fol. linearibus Cault-eredio. Anag, LulitA-
sjica Linaria: folio anguftiore, Tournf, In f l. 143,
- \ K k \ ....