iv. ( éo) Trechter- Winde met Hartvormige gefpiU
Afdeel. p e gghaairde Bladen en vergaarde Bloemeri,
y*
Hqofd» Volgens D i l l e n i u s heeft deeze Karolini-
xx. fche de Zaadhuisjes plat , gerond vierhoekig,
'Tamnifo- ’n twec Holligheden ieder' twee Zaadjes bevat'
Ha, tende : ’t welk zyn Ed. genoegzaam tot een
uighladi- goorte]y]< Kenmerk aanmerkt. Dit komt overeen
iriet de opgegevene Kenmerken der Winde. De
HoofdjeS z y h , wegens de aangevoegde Blaadje
s , ruig ; de Bloempjes zeer klein, Trechterachtig,
in vyven gedeeld. Het is een Jaarlyks
Gew as , dat uit zyne Ranken Melk geeft, bloéi-
jende in de Zomer.
, xxi. ( t i ) Trechter -Winde met gepalmde Blaieii
pei 7>s«- en yergaarcie Bloemen.
Tyger- ,
poot. p g zonderlinge verdeeling der Bladen doet
deeze noemen Tygerpoot. Men vindt ’er de Afbeelding
van by H ü rMa n n c s , doch waar
de Moemen, zo hy klaagt, niet wel uitgedrükü
zyn. Zy komen, zegt h y , met haar vyven o f
zevenen,- uit ruige Hoofd jes voort, en zyn fait
van Kleur. Het Merg der Zaadenin laauw Water
f20) Ipomia Fol. Cotd. acmninatis' pilofis &c. Volubilis
Caroüniends, Tamni folio fubhirfuto. Dil l . Elth. 428. T.
318'. f . 41©.
(21) Ipomoia Fol. pahmtis, Flor. aggrcgatis. Fl. Zeyl. 79.
Convolv. Zeyl. villofus. $ phyll. & 7 phyll. minor. Herm.
Lugdb. 184. T. 185. Vol. Zeyl. Pes Tigrinus difta. DilL.
Elth. f. 4 ii. Pulli - Jchovadi. H o r t , Mal,XI. p. 121, T. f?.
BöRM, Fl, Ind. 50,
ï* « N t A N D R I A . e f l f
ter geworpen, zöu, volgens hem, ontbonden
worden in fyne witte Blaadjes , met die der " FD^EL<
Plant naauwkeurig overeenkomende. D i l u e -H oofd*
n i us heeft de Bladen en Bloemhoofdjes beterSTUK*
in..Afbeelding gebragt. De Javaanfche heeft de nia,“0^
Bladen met witte Haairtjes bezet, dochdePer-
fifche zeer glad , getuigt de Heer B d r m a n *
n u s. In myn Exemplaar, van Java, zyn de Bladen
niet alleen, maar het geheele Gewas gehaaiixU
P o l e M o n x u m . irkrüid.
Een vyfdeelige Bloem, die Raderachtig i s , en
den bodem gëflooten heeft door Klepjes, waar
op de Meeldraadjes liaan;een driedeeligeStempel
en een driehokkig Zaadhuisje boven den
Kelk. Dus zyn de byzondere Kenmerken opgegeven
van dit Geflagt, ’t welk thans maar drie
Soorten bevat, naamblyk.
(1) Speerkruid met gevinde Bladen enregtöp- . r.
Jlaande Bloemen, den Kelk langtr dan hei
Bloempypje.
leum.
B!aau\*> Dit Kruid is een inböbrling der Noordelyke
dèelen van Europa , hoewel men het ook in
Swit-
(1) Polemohium Foüis Pinnatis &c. Syfl. Nat, XII. Gen.
ftigj p: 159. Veg. XIII. Gen. ztj, p. 172, Polcmoniiun. Fl,
Läpp. 85. Fl. Siiéc. I7J. HALL. Hèlv. 161. R. LtigS. 4.3 t. *
Hall. Ihlv. 490. Valeriana caerulea. C. B. Pin. 164, Valet
t a peregrina &c, Loli. Ic.716, Val. Grsca. Don. Ptrapt,
b* 352-. et. Pol. Cal. Lanatis, Hort, Ups,
Ö o
M.‘Deel. VII. Stuk.