IV. achtige Tandjes der Zaaden, dus getyteld en
A f d e e l . b e v a t volgende zes , meest Westindifche
H o o f d Soorten.
S T U K »
i. ( i) Tandzaader die glad is, met Liniaale Blaunahr.
C<lCe den,. ingejlooten Meeldraadjes en gekranpminere,
j te Bloemen.
Om dat de Bloemkransjes dunner z y n , dan
in de volgende Soort, voert het dien bynaam:
want door het L oo f zyn die Kruiden zo weinig
onderfcheiden, dat de Hoogleeraar A. van Royen
dezelve als eene Verfcheidenheid aanmerkte.
Het Zaad , nogthans, was in deeze met vier
getande Hoorntjes voorzien, zo D i l l e n m s
meldt, zeggende,dat het.in de.Elthamfche.Tum
van een tot twee Voeten hoog wierdt, zynde
een Gewas, dat jaarlyks gezaaid moet worden,
én hier te lande ryp Zaad voort brengt. Het
is uit Noord-Amerika en wel uit de Provincie
van Karolina, afkomftig.! Dergelyk Kruid groeit
ook in Oostindie. i.
ii. C2) Tandzaader die glad is met Lancetvormige
VtruciUa- Bladen ejg, Kogelronds Bloemkransjes.
Kogelron- In
(O Spermacsce elabra Fol. linearibus , StJtninibus inclu-
£s, Floribus verticillatis. Syst. Nat. Xtl. Gen. 115. p. u j .
Veg. XIII. p. 124» Sperm. Vertic. tenuioribus. DlLL. Eltk.
370,/ T. 277. f. SS9‘ Sperm. annautn &c. Loeil. hin.
202. R. Lugib. 2j8. Anonymos Americana Fol. Parietaris
fcabris. PLUK. Alm. 33. T. 13 6. f. 4. BUBM. Fl, Ind.
V' 3 3-
(2) Sptmuoct glabra, Fol, Lanceolatis, Verticillis gtobofis.
In deeze z y n , volgens den zelfden Autheur, IV.
de Bladen fmaller dan in de andere, en gelykenAF°y El"
veel naar die van Hyfop o f van Kun, fchynendefïooFD-
dit Kruid ook de Hyfopbladige JamaikafcJie Sca-5TÜK*
biofa te zyn van P l u k e w e t , en het Heeft er
achtig opgeregt Pulegium,, met zeer digte Kransje
s , van Sloane. Men wil dat de Groeiplaats
ook in Afrika z y . ; De Kogelronde Kransjes komen
in h e tze lve insgelyks gedeeld voor. Het
groeit zelden meer dan een Voet hoog. D e e z e
yalt ook in Oostindie.
(2) Tandzaader die ruuw is , met langwerpis.
e Bladen, de bovenften viervoudig, dehwta.
ö , Ruiee* Bloemen gekranst.
De Steng is vierhoekig, met fpitfe kanten,
die nederwaards gehaaird zyn, voorts glad, zeer
Takkig en ftyf. De Bladen zynovaal,geftreept,
nraw, doch niet Haalrig: de Bloemen wi t , Pyp-
aehtig, zydelings: de Meeldraadjes langer dan
de Keel, met Violette Knopjes. Op Jamaika
is deeze Soort waargenomen.
( 4)
Cs. Sp?rm. Verf* globoGs. Di l i . Eltb, f. 359. H. Clijf.
33. Scabiola JamaicenGs Hyslbpifolia. PLUK. Alm. 336. T.
j8. f. 6,? Pulegium Fruticofum ereautn, Vert. denfisGmis.
SLOAN. Jam. 64. Mft' % P- BuBM- Fl' In& P* 33‘
(3) Spermacoce fcabra , Fol. oblongis , fumrais quaternis,
Floribus verticillatis. Sperm. ereóla fubhiifuta, Fol, ohloa»
gis, fuperioribus approximatis, BBQWN. Jam. 143.
I I . D s z L , V i l , St u k .