een Voetangel o f Minkyzer. Hierom noemde
Afdeel. 'J'0 u r n e f o k t het Tribuloides. Inderdaad
H oof*- de puntige Stekels der Vrugten van dit Ge-
STUK* was , doen dezelven naar de Werktuigen van
Vig,t dien naam , welke men in Belegeringen gebruikt,
gelyken. Men geeft ’er daarom ook in
Brabant den naam van Minkyzers aan, doch
gemeenlyk noemt men de Vrugten in ons Land
Waternooten, in overeenkomst met den Hoog*
duitfchen naam Wasfernusz, Weihernusz, Sta-
chelnuszen Spitsnusz, dat is Gedoomde o f Ste-
kelnootén. De Spaanfchen noemenze Abrolhos
o f Ahrojos, dat ook Minkyzers betekent. De
Italiaaneo Tribolo Aqmticó. De Franfchen gee-
ven ’er den naam aan van Escarbots, Saligats
en Troiiffles d'Eau o f Châtaignes d'Eau, dat is
Water-Truffels o f Water - Kar Hengen ; maar
het gemeen in Vrankryk noemtze Macres, Cor-
nusllas en fommigen Trapas ; welk laatfie den
Ridder aanleiding gegeven heeft tot den zonderlingen
Geflagtnaam, anders niet bekend.
By L o b e l en D o d o n 6us vindt men wel
Afbeeldingen van dit Kruid, doch het is door
C a m e r a r i u s in alle zyne deelen best vertoond,
zegt de Heer H a l l e r , die het aldus
befchryft. ,, De Steng kruipt lang door het
5, Water en geeft gevinde Bladen uit, met een
„ middel-Rib en zeer fyne enkelde Vinnetjes,
j , in ’t vlakke gefchikt. Wanneer dezelve de
„ Oppervlakte van ’t Water bereikt, vormt
j> zy een Roos van Bladen, met ruigachtige
9i Stee-
*
„ Steelen. De Bladen zyn Hevig, glad, vanAl,I^*L,
# onderen met ruuwachtige Ribben, Ruit- 1V_
„ achtig , met de agterHe zyden effen, de Hoofd«
,, voorflen Zaagswyze getand. Uit betmid-s™ * *^
„ den van de Roos komen de Bloemen voort w
„ met Steelen, die in ’t bloeijen kort z y n , maar
„ in de volwasfen Plant zig hoog verheffen uit
„ het Water , de Vrugttros draagende. D e
s, Bloemblaadjes zyn wit. De Vrugt bevat van
, , binnen een ovaale Kern.”
Deeze Pieten , die den Smaak van Karflen-
gen hebben > z y n , als gezegd is , eetbaar. „ D e
„ Ingezetenen van Thrac ie, zegt P l i n i ü s ,
„ die aan de Strymon woonen , maaken met
, , de Bladen van Trïbulus de Paarden v e t, lee-
M yende ze lf van de Nooten , daar zy zeer lek-
„ ker Brood van bakken , ’t welk hardlyvig
„ maakt.” . Die eigepfehap wordt inzonderheid
aangemerkt plaats te hebben in deeze Vrugten,
welken daarom in de zo berugte Z a lf van Agrip-
pa komen , zo L ob e l oordeelt. Het Gemee-
ne Volk maakt ’er m Borstkwaalen gebruik
van, even als van Amandelen. Voorts zyn ’e r ,
door fommigen , nog andere, gebruiken, in de
Geneeskunde, aan taegefchreeven (*); terwyl
anderen ’er zelfs geen gewag van maaken onder
de Geneesmiddelen ( f ) .
■ ^ Ia
(*) Vid. Kiechmajeri Di*rett. ie Tritulis. Triller. Mar,
Md» p. 103, item QeoffroY. Mat. Mei. eontin. p. XZ9. 85e»
( t ) B-UTIY Mat. Mei. NucL Belg, Mat, MU. «TC.
Z 3
\l, DEEL. VIL Stoa*