MM
m
fI iVf J iill 1 > -1 à 1
I I ;
1 IIIH! wwi
s
1
?» T webMANNICe K ru id en .
(3) Vroegbloem met Eyrond-Liniaale , op e?«
kandef leggende, Blaadjes:
IV.
'Afdeel,
ii.
? OOF®‘ Van deeze Soort, die de Lymerige Afrikaan•
STUin. fche Heefier , met Heybladen, is van Comme- I
LYN> in de Amfterdamfche Kruidtuin voorko-J
•vifoiium. mende, geeft de geleerde B e r g iü s een om-
$ * * * Handige befchryViqg. De Blaadjes zyn naauw-
lyks een Nagel lang. De Blikjes , uit welken
de Bloem-Aairen beflaan, zyn Eyrond, gefpitst
en hol. H#t Vrugtbeginzel is rondachtig.
C I R c Æ Ar Stevenskruid.
Ciri.è M‘i
Lutetian'#,
Fatysfche.
D I A N D R I A. 75
L a m van J w / * hebhe, terwyl het in ver-
ticheide andere deden van Europa, zo wel als u .
lomftreeks Parys, ook in ’ t wilde groeit, is dui-Hoofd*.
iler. Ondertusfchen is het by dien naatn algemeen
Monagy-
bekend. „ Die van Parys (zegt Lob e l 0 »;
9t
9>
D e byzondere Kenmerken zyn een tweebla- 1
dige Bloem, een twecbladige K e lk , boven het|
Vrugtbeginzel, dat èene Vrugt df Zaad wordt |
met twee Holligheden.
Hier van zyn twee Soorten, beiden in Europa
groeijende, naamelyk *
£ i) Stevenskruid rnet-een ngtopjlqarukSteng,
yeele Trosfen en Kyronde.Bladen»
Waarom dit Kruid, in ’t byzonder, den bynaam
(3) Erantkemuv Hol» ovato-litiMribus imbricatis. BEBG.
Cap. a. Mant.' 171. Frutex Afric. Eric* folio, glutinofus
Flore Spicato albo. Comm. Hart. II. p. 119. T. 60.
( i ) Circta Caiile erefto | Racemis piuribus. Syst. Wat,
XIL Gen. 24. p. Jfi. r'Vg. XIII. p. SS- Fl. Suet. H. Cliff. R,
Lu^dh. DALIB. Paris. It. Scan. 213. Hall. Helv. 4$ 6. Sola-
uifolia Circjra di&a major. C. B. Pin. 168. It. IVeJIgotL
213, Circaea Lutetiana, Lob. Icon. 26f. Circxa Canaden»
Si latifoiia Flore albo, Tqubnf, lnfi„ 301»
houden voor Circcea een P lan t, met Bla-
ders die van de Nagtfchade , Perfikkruid o f
groote Klokjes-Winde ge lyk ,' voortkomende
■ v aan een dunnen Steel van een Elle hoog, w el-
ke helder blinkende is en van een roqde Kleur
I als de Wyngaardbladcn in de Herfst. De
I R Bloempjes, digt by een ftaande, zyn witach-
| s’ tjg yan Kleur.” T o u r n e f o r t merkt aan,
§ dat de Afbeelding vanTABERNJMONTANU s
% beter is dan die van L ob e l , welke de Bloe-
« men vierbladig vertoont. Z o heeft ook J. B a u -
:h , nus de Kelkblaadjes.verward met de Bloemblaadjes
, zegt hy / en R a y heeft het Gewas
‘Wel befchteeyen, maar men moet ’er by voegen,
< dat de Vrugt in twee Holligheden verdeeld is ,
die ieder een Zaadje bevatten (*).
Dit is woordelyk nageichreeven door F abre-
g o u , die aanmerkt ( f ) , dat, fchoon de benna-
ming van de vermaarde Toveres Circe fchync
I afgeleid te z y n , nogthans aan deeze Plant gee-
I pe kragt, die iets wonderlyks in heeft, toege-
I fchreeven worde. Z y g ro e it, zegt hy in de.
f Bosfchen en op vogtige plaatfen, in Vrankryk
over-
(*) Herb. aux env. de Paris. p. 419.
( t ) Dcscr. des Plant. Tom. III. p. 194.,
E j
JL p u l * VII. Stok,
1