' IV.
Afdeel.
V.
H o o f d *
STUK,
R
Ipomoia
Het bevat thans een-en - twintig Soorten, waa^
van de drie laatften de Bloemen tot Hoofdjes
vergaard hebben. De meeftenzyn Ooft-of West-
iljdifche Gewasfen.
Q u am o c lit,
W’choone,
CO Trechter - Winde met Vinswys’ Liniaal
verdeelde Bladen, en byna eenzaame Bloemen.
Deeze Ooftindifche i s , onder den naam van
Quamoclit of Amerikaanfche jasrnyn, by C lü-
siüs afgebeeld en by anderen Zeldzaaipe Uit-
heemfche gevederde Winde getyteld. Z y maakt
een Sieraad der vreemde Gewasfen u it, in voor-
naame Kruidhoven ; gelyk men by W K i n -
mann, pp Plaat IST. 419, ziet afgebeeld. Want
niet alleen het Vederachdge. L o o f, maar ook de
Roozekleurige o f roode Bloemen, verlieren dit
Gewas grqotelyks ; dpch het is zeer, teder en
moet alle Jaaren op nieuws gezaaid worden. Nu
byna twee Eeuwen geleeden , wendt, het door
C i E S A L i ’ i N U S in Italië bekend gemaakt, en
i§ naderhand, door C o l u m k a , omltandig
befchreeven.
k u M P H i D S geeft de Afbeelding yan dit
Ge*
fdieiding van deeze' Geflagten, te hebben kunnen ontdekken,
Amer. H iß . p . 27»
(1) Ipomoia Fol. pinnatifidis linearibus &c, Syß. Nat. XII.
Gen, 215. p. 158. Neg. XIIr. Gen. 216, p, 171. H. Cliff,
Ups. 6cc. Scc. Quamoclit f. Jasminum Americanum, CX.US.
Ptflb. 9. Convolvulus pennatus &c, Col. Aq. 73. T, 72-
Hos Cardinalis. Rumph. Amb. V. p. 421. T. u 5» f. 2.
Jasminum Millefolii folio. C, B, Pin. 398, Tsiutia- Ctauti.
H. Mal. XI, p. 123, T, 60,
P E N T A N D R I A . 5 67
Gewas, in zyn Ambonfch Kruidboek, onder W.
den naam van Kardinaals - Bloem: doch het fchynt ^FDVEEL*
aldaar uit de Westindiënovergebragt te zyn. Het Hoofd-
maakt ’er ook een groot fieraad der Tuinen uit, STVK'
zegt h y , door zyn digte L o o f, ’t welk dient totwaf0™^'
bedekkinge van Priëelen en Latwerken, en op
zig zelf gelaten zig als een groene Bol vertoont.
Men heeft het ’er ook met witte Bloemen,
(2 ) Trechter-Winde met Vinswys’ Liniaal n£
verdeelde Bladen en Troswys’ hangende rJ™?"*
Bloemen, Roode,
D e e ze , te vooren tot het Speerkruid betrokken
, heeft haare Groeiplaats in Karolina. De
SteDg is Heefterachtig regt. De Kelk heeft een
kort Pypje en Elswyze Punten, die langer zyn
dan het Pypje. De Meeldraadjes zyn in ’t midden
van het Bloempypje ingeplanc , zonder
Klepjes. Het Gewas geeft geen Melkachtig
Sap; dat plaats heeft in ’t voorgaande.
( 3 ) Trechter-Winde met zeven -Vingerige nr.
Bladen , en zeer kort gejleelde Bloem* kroont*
kroontjes.. bloemige.
Deeze
(2) Ipomoia Fol pinnatifidis linearibus » Flor. Racemofis
pendulis. Syfl. Nat, Peg. XIII. Polemonium rubrum. Sp.
Plant 231. Quamoclit pinnatum ereilum, Dil l . Elth. 321,
T. 241. f. 312.
(3) Ipomoia rol. digitatis feptenis &c. Quamoclit hepta-
phyllus Flote coccineoumbellato. Plum. Sp, 3» Jé» 92, f, 2.
N n 4