]V.
onderfcheiden. Dë Aairtjes zyn fchraal en
klein.
(6) Fonteinkruid mei Lancetvormige,de gepaar* , eenigermaate gegolfde Bladen.
■ OF deezè een byzondere Soort zy, dan een
Verlcheideïiheid van de voorgaande , twyfelt
onze Ridder. st Is zeker , dat , indien het Fonteinkruid met lange Zaagtandige Bladen, ’t
welk de Heer H a l l e r , als zodanig, betrokken
A fdeel«
xv.
H oofd»«
stuk.
VI.
Se'rratum
Zaagcati'
dig.
VII.
iEomprts-
fum%
Platfiee«.
Kg*
heeft tot de Vierde Soort, hier toe behoo-
re , het een verfchillende Soort zy. De Ver-
fcheidenheid van de voorgaande is door M ee*
se , in Vriesland, waarfchynlyk daar voor aangezien
» De Bladen zyn in ’t zelve zeer fpits,
weshalve het ook Oxylapathum van D a l e »
ciiamp genoemd werdt; komende dit Gewas,
zo LinnjEus zegt, in de Zuidelyke deelen
van Europa, in zagt vloeijende Rivieren voor.
(7) Fonteinkruid met Liniaale fiompe Blaadjes
en famengedrukte Stengen.
Dc
f«) Potamgnon Fol. Lanceoiatis oppofïtis &c. Potamog.
Fol. obfcure undul. Canl. longe Ramoiis. Guett. Stamp. x.
p. 102. Dalib. Paris, s u Vaill. &c. Potam, longo ftrrato
folio. C. B. Pik. 193. Lap. fiuitans longo ferrato fol. J. B.
Hiß. II. p, 78g. OxyJapathum Dalech. Lugd. 603.
(7) Pttamogeton Fol. Linearibus eiitulis , Caule compresib.
H. Cliff. &c. R. Lugdb. 213, Pot, Caule plano Sec. Hall»
lieh. 201. Pot. Caule cornpresfo Folio Graminis Canir.U
JUJ. Hiß. 189.
De platheid der Stangetjes onderfcheidt dee* IV.
ge Sóórt, zo Wel als de fmalheid der Bladen, AF^ Eif.
naar die van Kweek «-Gras gelykende. Het Hoofd»
groeit ook alom in Europa , en is in de Rivie-STUK»
reD van Engeland, door den vermaarden R a y
zeer naauwkeung waargenomen. Hoewel het
de Ranken, naar de diepte van ’t W a ter, fom*
tyds wel twee Ellen lang heeft, zyn doch de
Blaadjes zelden langer dan twee Duimen. De
Aairtjes beftaan uit afgezonderde Bolletjes ,
fomtyds gepaard , fomtyds overhoeks, aan dun*
ne Steeltjes. Het groeit in Vriesland volgens
gezegden Autheur , en ik heb het in onze Provincie
ook waargenomen.
( 11) Fonteinkruid met Borjlelige evenwydige vrit jB elraa dcehnti,g .d igt aan de Stengetjes en Waai- ‘Peti!na~ *Kainbla-
(9 ) dFeo ngetefpinitkjrleu idB lamdeetn . Lancetvormige gepaar- ,x Setaceum.
Borftelig.
, (10)m Figoen teoinvekrrhuoiedk fe meotn gLedineeiladael B- lLaadnecnetvorbreeder
dan het Stoppeltje zyn. , die Gr™:- ” o«sach.
Dee*t;2» .
( 0 Pttamogeton Fol. Setaceis parallells apptoximatis difti-
chis. Potam. Fol. Lineatibus acutis, &c. R. Lugdb. 215. Por.
Gramineutn Ramofum. C. B. Pin. 193. Prodr. 101.
(9) Potamogeton Fol. Lanceol. oppolltis acuminatis. R.
Lugdb. 213. Da l ib . Paris, ss- Potam. Racemofum angufti-
folium. C . B. Pin 193, Prodr. 101.
(10) Pttamogeton Fol. Lineati - Lanceol, alternis &c, Potam,
Glcl?
& Deel. y il, Stuk,