É^4 V v f MANNIGE KRÜIDfcN.
r lVé die Blokvormig en gejlippeld zyn; de Bet-
Afdeel. fcen yyftandig.
stok? 5' De Heer J a c q d i n beeldt een Gentiaan
Tweewy a f , daar zyn Ed. den bynaam Van Geftippeldè
w^* aan geeft, op ’t gezag van L i N N i E u s . D e zelve
heeft de Steng maar één o f twee, Voeten
hoog en verfchilt, zegt h y , weeZentlyk van
de Paarfche, hoewel de Bloemen ook die Kleür
hebben. Onder duizenden, door hem met voor-
dagt daar toe befchouwd , heeft gezegde Heef
geen ééne in vyven , maar de meeften in zes-
fen , eenigen in zevenen , verdeeld gevonden»
D e Meeldraadjes, tot een Cylinder famengelymd,
zegt hy i, omringen den Styl, gelyk in de geele
en paarfche. Z y komt onder dezelven op de
Ooftenrykfche en nabuurige Bergvelden overvloedig
voor, wordende derzelver Wortel aldaar
van de Boeren, tot het maaken van bitteren
Drank, als ook tot Geneesmiddelen voor het
Vee , gebezigd»
Volgens den Heer H a l l e r heeft deeze
de Bladen wat grooter. De Kelken vyftandig en
kort (* ) ,d e Bloemen bleek met donker paarfche
Stippen , komende dus byna overeen met dié
van C l u s i o s , welke bleekgeele Bloemen hadt
met zwarte Stippen. In Siberie heeft de Heef
G m e l i n eene Verfchei den heid van deeze
Soort
(*] Solo FUrh colore diflincla a purpurei. HAlLer. Vind
ik thans in <le laatfte Uitgaave van het Syjl, Nuturs. : doch'
dit ftrydt tegen de belchryving van dien Heet alhier opgege-
vea.
Soort gevonden , met Lifciaal LancetVoimige IV.
Bladen , en drievoudige end- Bloemen, op eigen A‘rD*st‘t
Steeltjes, zynde geel metpaarfchachtige Stip-Hoofd-
pen* stuk.
(4) Gentiaan met vyfdeelige Bloemen, die Klok- iv.
vormig zyn , gepaard en ongejleeld ; de j j g ?
Bladen de Steng omvattende.
0 Smalbla«
Dit is de Gentiaan met Zwaluwwortel - Bla- d'se‘
den van C l u s i u s , welke door den Heer Ha l -
l e r genoemd wordt, Gentiaan met Eyrond
Lancetvormige Bladen , en ongedeelde Klok-
vormige Bloemen in de Oxelen. Z y heeft, volgens
zyn E d ., de Stengen omtrent een Elle hoog
en de Bloemen zyn blaauw. De Groeiplaats is ,
zegt L i n n s d s , op de Bergen van Switzer-
land, Ooftenryk en Mauritanië. Zyn Ed. voegt
*er b y , dat de Kelken zo lang zyn als de B loem;
als ook, dat de Bladen en Steng kruislings te-
gen elkander over liaan (*V Dit laatfte begryp
ik niet; misfchien zal het de Bloem willen betekenen.
De Kroontjes zyn digt by elkander
menigvuldig aan de Steng, waar van de Griek-
fche naam door R e n e a l m e i s ontleend.
(5) Gen-
(4) Ctntiana Oor. quinquefidis &c. Gent. Fol. ovato - lan-
ceolatis. Hall. Hein. 478. Gent. Flor. lateraübus Sec. ƒƒ.
Cliff. 80. R. Lugib. 432, Gentiana Asdepiadis folio. C. B. Pin,
187. Clus. Pann. 280, T. 28i,Dafyftephana. Renealm. Spec,
«7* T. «8.
(♦ ) Folia & Caulis «neiatim oppofita, Sp- P lant. 330.