lV. De Wortel is Houtachtig en dun, geevende
Atvttu Stengetjes u it, die vierhoekig z y h , naauwlyks
H oofd een Span. hoog , niet v y f o f zes Leedjes, welke
stuk. gepaarde Bladen hebben, zo lang als het uïter-
^Eenwy- Duimlid, een Duim breed, de onderften
kleinst. Uit den Top komt een Bloemfteeltje,
dat aan ’ t end een Kroontje van witte Blaadjes
he e ft, tot een Omwindzel verftrekkende voor
de Blommetjes, die men yan zestien tot twee*
endertig in hetzelve telt. Z y hebben zeer korte
Steeltjes, en beftaan uit vier zwarte Blaadje
s , in een viertandig Kelkje vervat, dat een
langwerpig Vrugtbeginzel kroont. T e gelyk
met het Bloemfteeltje fpruiten uit den T o p
twee gebladerde T a k je s , die veel langer op-
fchieten. Het Bloemfteeltje wordt langer; het
Omwindzel valt a f , en de Vrugtbeginzels veranderen
in ronde roode Beslèn, met een Waterig
Sap gevuld cn een tweehollig Hartvormjg
Zaad bevattende : welke Besfen, Tropswyze
zittende, zig byna als Braamen, o f als Moer»
beijen, vertoonen.
Van dit Gewas mét zyne Vrugten hadt C l ü -
s i ü s reeds de Afbeelding gegeven, die hem
was medegedeeld en befchreven door den Lón-
denfchen Doktor Penn^eus, gelyk hy verhaalt;
zeggende dat het een Verfnapering voor de
Ptüisfifche Boeren , by Dantzik, was. By
R e i g e r , evenwel, in zyne befchryving der
Planten , welke omftreeks die Stad groeijen,
wordt daar yan geen gewag gemaakt, ’t Is zeker
dat h e t, gelyk hy z e g t , in Sweeden en lV;'
Noorwegen overvloedig valt. In Juny door Ar.yE*^»
Westerbdthnie, reizende vondt L i n n ^e ü s den Hoofd-
Grond van wyduitgeftrekte Bosfchagiën en STUK»
Wildernisfen , door de Sneeuwwitte Bloemen
van dit Gewas, als meteen wit Laken befpreid.
De ingezetenen , byzonderlyk het Manvolk ,
gebruikt de Vrugten, die Waterig en laf zoet
zyn , zeldzaam; doch dezelven worden zo veei
te gretiger van de Kinderen gegeten , zonder
dat het hun nadeel doet: waar uit dan b ly k t ,
dat die geenszins vergiftig, maar'veeleer, door
een zonderlinge wèldaad der Natuur, tot ver-»
frisfching van Herders, Reizigers en BeefteD ,,
aan die barre Gewesten gefchonken zyn.
( 5 ) Kornoelje, die Kruidig is , zonder Takken. v:
Cornüi
In Kanada is, volgens den Ridder, dé Groei-Kan^a^
plaats van een dergelyk Kruid, dat echter ditrcl,e-
weezentlyke verfchil, van geen Takken by de
Bloemfteng uit te geeven, en het Omwindzel
langer heeft. Hier toe wordt het Brajiliaan-
fche Wintergroen, met Bloemen van Muur en
Hartvormige Bladen, waarvan B o r s e k d s een
Exemplaar aan C . B a ü h i n u s gezonden hadt,
t’huis gebragt. Deez’ geeft ’er de Afbeelding
van
(5) Ctrntis Herfiacea Ramis nullis. Am. Acid. I, p. tsyj
fytola Alfines Plote Brafiliana. G. B. Prodr. 109, Pis, i f u
Buks. x . ios.
% *
II. Desk. Til, stuk.