IV.
'Afdeel.
IV.
Hoofdstu
k .
EenvjyvV'
XIV.
Scabiofa
$icnla.
jiciliaanfch.
en elders in Sweeden. Het is in Duitfchland
en Italië gemeen. In Swkzerland komt geen
Kruid menigvuldiger op de Velden en aan de
Wegen vo o r, zegt de Heer H a l l e r . Het
groeit ook omftreeks Parys en M eese zou het
in Vriesland , by de Duivelsbeet, gevonden
hébben. De reden van den bynaam, welke volgens
L ob el aan dit Kruid gegeven wordt, is
niet blykbaar; alzo men niet weet, wat betrekking
het tot de Duiven heeft. Men noemt h e t,
volgens D odonjeus, in Nederland Schaaps-
Scabieufe. Zou het ook tot wasfching diendig
zyn tegen de Schurft o f Ruidigheid der Schaa-
pen: want ’er worden dergelyke kragten als aan
de Gemeene, door C a m e r a r i ü s , aantoege-
fchreeven. Ook wordt hetzelve in Provence en
Languedok in plaats van het Groote Schurft-
kruid gebruikt, zo T o u r n e f o r t aantekent.
(14) Schurftkruid met vyfdeelige gelyke Blommetjes
, die korter dan de Kelk zyn; de
Bladen Lierachtig Vinswyze verdeeld.
D e bynaam toont de Groeiplaats van deeze
aan, die bmdandig befchreeven is , verfchillendc
van de volgende, inzonderheid, door haare onge-
ftraalde Bloemen. Z y heeft omtrent een Voet
hoogte,
(15 )
f14) Scabiofa Coroll. quinquefid. aqual. Calyce breviori-
bus, Fol, lynro-pinnarifidis. Mant. 1 96, Scab. maritima Rw>
Canin* folio. Bpcc, SU,
( ï 5) Schurftkruid met vyfdeelige Straalende
Blommetjes, die korter dan de Kelk zyn,
en gevinde Bladen, de bovenfien Liniaal
en onverdeeld.
IV.
Afdeel.
IV.
Hooebïtu
k*
XV.
Deeze groeit aan den Zeekant van Languedok Maritima.
en voert den naam van Klein Zee-Schurftkruid Zeekannfi*
by J. B A u H i N u s. ’t Is een Jaarlyks o f Zaay-
G ew as , dat de Steng twee Voeten hoog heeft;
de Stoelbladen Lancetvormig, de Stengbladen
gevind, de bovenfien Liniaal. De Bloemen zyn
Eeer lang gedeeld; de Blommetjes in vyven ge*
deeld, gedraald, bleek paarfch , met purper«
Knopjes, door lange Kafjes onderfcheiden.
,(16) Schurftkruid met vyfdeelige Straalende xvï.
Blommetjes, gefnipperde Bladen, de Stoel Gcfternd.
der Bloemen rondachtig-
Gcdernd wordt deeze Soort genoemd wegens
de zonderlinge Straalswyze uitbreiding van het
Zaadpluis, dat veertig Straalen heeft, en in ’t
midden een vyfdraalig Sterretje. De Blommetjes
in ’t midden zyn regelmaatig verdeeld, die
van de Kroon hebben de drie huitende Slippen
grootst.
fly) Scabhft Cotoll, quinquefid. radiantibus&c. Am. Acad.
ÎV. p. 304. Scabiofa maritima parva, J. B. Hiß. III. p. 7.
GouAM Moxsp. p. 63 , «4.
(is ) Scabiofa Coroll, quinquefidis Radiantibus &c. H. Cliff.
Upf R. Lagdb. 18». N, 9. Scabiofa major Hispanica. Cl@S.
Hiß, II. p. I. Rar. p. 36$. Scab. Fol. Laciniato major 8c minor,
C, B. Pin, zyi. Sz Stellata minima. Prodr, iz6.
Q. 4
II. Beel. VU. stuk.