' 1V. d e , gefteelde Bladen , aan H end der Takken
A fdeel, Trosjes draagende van ongedeelde Bloemen.
H oofd. Het Vrugtbeginzel, in tweeën gedeeld, Eyrond,
to k .- heeft twee Stylen met ftompe Stempels. Het
Raadhuisje is fpits, tweehokkig, bevattende
oütelbaare, rondachtige, kleine Zaadjes, ’t Gewas
is klein.
P l u m d a g o . Loodkruid.
Een Trechterachtige Bloem , met de Meeldraadjes
op Schubbetjes, die het onderfte van
de Bloem fluiten, ÏDgeplant: een vyfdeelige
Stempej : eeneDkeld langwerpig omkleed Zaad.
Dus zyn de byzondere Kenmerken opgegeven
van dit Geflagt, het welk vier Soorten
heeft. I . v . -
( i ) Loodkruid met omvattende, Lancetvormi•
piumbago ge, ruuwe Bidden. JEuropaat
Emopifch. y an ^eeze Soort , die ih dé Züidelyke d'ee-
len van; Europa groeit, heeft het Geflagt.den
naam. Sommigen , naamelyk, achtten het de
Molybdcena van P l i n i u s te z y n , dat is Plum-
bago, zegt C l u s i u s ; hoewel anderen het
jL ö -
( i ) Plumbugo F o l . am p le x i c a u l ib u s & c . Syst, Nat. X I I .
G e n . 2 1 2 . p . I J 4. yeg. X i l l . G e n , 2 1 3 . p . 2 6 7 . H. CUff.Mat'
Meel. R. Lugdb. 4 1 7 . G o ü A N Monsp. s z . Ger. P tov. 3 3 5 .
G A R ID . A ix . 3 6 8 . L e p id iu m D e n t i lh t ia d .'ó lum . C . B . Pin.
9 7 . P iu m b a g o q u o r u n d am . C l u s . Pan». 4 3 3 . T o u r n f . Infl.
140. T r ip o l iu m D io j c o i id i s , C ü L . Ecphr. I . p , 1 6 0 , T . i f i i ,
Lepidium genoemd hebben, maar die van Nar‘ AF^ *
bonne gaven ’e r , ten zynen tyde, den naam *
aan van Dentillaria, om dat men zig verbeeld- Hoofd-,
d e , dat hetzelve , ook maar in de Hand ge- *
houden, tegen Tandpyn dienftig zou zyn. Ze-nia%ma'
kere Loodkleurige Vlakjes op de Oogen werden
’e r , volgens P l i n i u s , door weggenomen
, als men ’t ’er gekaauwd op leide.’ D e ,
gemeene naam was St. Anthonis Kruid, doch
die van Granada, in Spanje , noemden het Be-
lefa, en die van Languedok Malherbes, dat is
Kwaadaartig Kruid.
Veel Stengen geeft het uit eenen Stoel, die
een o f twee Ellen hoog zyn , in taai je , zwee-
pige Takken verdeeld, en met groene Sappige
Bladen bezet , zeer fcherp en brandende van
Smaak. De Bloemen , op de toppen, zyn in
een Vliezig ltekelig Kelkje ve rv at, dat Lyme-
rig is. Het Zaad is zwart, gelykende naar
kleine gepelde Haverkoorntjes. De Wortel
fpreidt zig wyd en zyd uit.
De brandende hoedanigheid van dit Kruid,
doet hetzelve in Provence, waar het overal in
Wildernisfen gro eit, Herbo enrabiado o f en- .
rajado noemen. Het wordt aldaar fomtyds ,
in plaats van tBertram, gebruikt tegen de Kies-
pyn,-en ze lfs, ten dien einde, op de Slaapen
van ’t Hoofd gelegd. Men fineert ook wel
met; de O lie , daar- ’ t in gekookt is , de plaat-
fen met Schurft en dergelyke Huidkwaalen
K k be