A fdei Weegbree met Lancetvormige vyfribbige
iv. " getande gladde Bladen, langwerpige Rol~
H oofd- ronde Aairen en eenigermaate hoekige
*TVK' Stengen. v. h
jiitisfima. De Bynaam is niet eigen voor deeze Soort,
zeer hoo- welke de Bloemftengen ruuw en maar drie Voeten
hoog heeft, daar die in de eerfte Soort fom-
tyds wel v y f Voeten langte bereikten. De Bladen
zyn anderhalf Voet lang', glad, dik, met
Itompe Tanden, wyd van elkander; de Aairen
lang en Rolrond. De Groeiplaats is in Italië.
▼ i.- CO Weegbree met Lancetvormige Bladen,
t™'° byna Eyronde naakte Aairen en hoekige
smaibiadt- Bloemftengen.
Dit is de Smalbladige, anders Vyfribbige
Weegbree en ook Hondsribbe o f eenvoudiglyk
Geribde, in ’t Engelfch Ribwort Plantain, in
’ t Franfch Lanceole genaamd, naar den Latyn-
fchen naam Lanceola ; om dat de Bladen volmaakt
Lancetvormig zyn ,• in ’t Hoogduitfch
Spitswegerich De Ribben zyn hier, wegens
de fraaiheid der Bladen, dnidelyker dan in de
eer-
(s) Plantage Pol. Lanceolatis quinquenerviis dentatis gin -
bris &c. Plant, montana crasfo, glabro &c. Till. Pis. 146.
( 6 ) Plantage Fol. Lanceolatis Spicl fubovara midi , Scapo
angulato. H . C li f . R. Lugib &c. &c. Plantago angustifolit
major. C. B. Pin. 189. Plantago minor. DoD. Pempt. 107.
Plantago quinquenervia live Lanceola. Lob. Icon. 305. g
Plant, trinema Folio angustislimo, C, b . P in . iga.
eerfte Soort, die Zevenribbige genoemd wordt, W*
hoewel het getal der Ribben niet altoos zo ze- 1V.
ker is. Ook komt deeze Smalbladige wel ééns Hoofd-
voor met drie Ribben, welke dan Drieribbige T“K*
geheten wordt, en van G e s n k r u s voor een
byzondere Soort is aangezien. In deeze zyn
de Bladen nog merkelyk fmaller dan in de V y fribbige.
Dezelven komen in beiden witachtig
voor, door dc Haairigheid en fomtyds als verzilverd,
hoedanig eene door T o u r n e f o r t
op een Gebergte in Provence is waargenomen
(*). Hét bovenfte der Bloemfteelen is fomtyds
Roosachtig gebladerd o f met veele Aairen
gekroond , even als in dit plaats heeft in
de Breedbladige, en dan worde z y Scoparia o f
Bezem-Weegbree geheten. Z y valt zo groot
niet als die , en groeit op dergelyke plaatfen.
Men agtze in kragten daar mede overeenkom-
ftig , en de Wortels blyven insgelyks over.
(7) Weegbree met Lancetvormige Bladen , vn.
die eenigermaate getand zyn ; de Aairen Lagopuf*
Eyrond, ruig; de Bloemftengen rond.' Ru'gaairf-
Dee-
(*) plantago ArgenteaangustlfoliaeïUipeVi&ori*. Toornf.
Inff, 117. Gaiud. Aix. 557. Zie een fraaije Afbeelding ea
belchryving daar van Ger. Prov. p m . T. ia.
(7) Plantago Fol. Lanceolatis fubdenriculatis 6tc. Plantago
angustifolia paniculis Lagopi. C B. Pin. 189. Prodr. 98.
Moris. Hifi. III. S. 8. T. K . f. 13. Plant. Catanance,
Rauw, It. 4, t . 6.