IV.
A f d e e l .
I V .
H o o f d s
t u k
Eenwy- vige.
l.
Ludwigia
aicerWfolia.
V i r g in !»
fche.
van en befcbryft het omftandig. D é hoogte
is niet meer dan van ’t voorgaande : de Om-
windzels zyn geel en vertoonen zig als ge Hemde
.Bloemen.
L ü D W ï G I. A*
Dit Geflagt, naar den Kruidkundigen Heer
L ü d w i g gètyteld, heeft een vierbiadige Bloem,
die vetvat is iri een vierdeelige Kelk , waar
Van het ónderfle een vierhoekig Zaadhuisje
Wordt met vier Holligheden en veele Zaaden.'
Vier Soorten, allen uitheemfche, komen ’er
ïn voor, naamelyk.
CO Ludwigia met overhoekfe Lancetvormige
Bladen, en een regtopjlaande Steng.
Deeze, in de Europifche Kruidhoven bekend,
groeit natuurlyk in Virginie, Z y wordt On gepluisde
Lyjhnachia met een grootere geele Bloem
en een Kfuidnagelig kleiner Haauwtje , door
P l o k en. e t getyteld en van hem afgebeeld.
D e Zaadhuisjes , naamelyk, zyn Teerlingach-
tig , aan den top open. ’t G ew a s , geeft uit
ieder Oxel der Bladen een fraaije gefleelde
geele Blqem.
Ca)
( 1 ) Ludwigia F o l . a lte rn is L a n c é o l a t i s , C a a l e e r e f lo . Sysr.
Jfat. X I I . ;G e n i j s . p . tz s . Veg. X I I I . p. i 3 y . H , Vpf.
Cliff. R.. Lugdb. 2 s i. G r o n . Virr, 2 0 . L y lxm a c h ia n o n pap»
p o fa & c . P l u k . Alm. z r s . T . 2 0 3 , f , 2 , F r i j t e x S a lign e^ f
f o l i i s . I d , Amalth, 99. T . f « . f , l .
( i ) Ludwigia met gepaarde Lancetvormige IV»
Bladen en verfpreide Stengen. Afdeel
Hoofd»
Verjaarende is .deeze bygenaamd geweest, stuk.
en wordt onder die benaaming voorgefteld door ir.
den Heer N. L . B o r m a n n u s , die de voor- otpofttif*
gaande ook onder de Oosrndifchen telt. Z v lia’ ,
, , . . . . . . 1 Ceylon»
maakt een leggend Kruidje uit, naauwl>ks eenfche.
Span hoog, met eenzaame Bloemen, die geel
z y n , van figuur als Kruidnagelen, Ten rninfle
dus is de aangehaalde befchreeven ; doch de
Hoogleeraar J . B ü r m a n u d s hadt dezelve als
een Soort van Lyfimachig, met Kruidnagelach*
tige Zaadhuisjes, te boek gefield,
(3) Ludwigia met gepaarde. Lancetvormige nt.
Bladen en een regtopjlaande Steng.
Deeze heeft een.Kruidige Steng, die gearmd
is, een Voet lang,en effen: de Bladen zyn ge-
fteeld. - Aan \ end komen meest drie Bloemftee-
len met één Bloem, Het Zaadhuisje is als by
de voorgaanden. De Groeiplaats wordt van
den Ridder gefield in Indie.
(4) Ludwigia met drievoudige Eyrond-Lan- xv.
Trifoliata.
Cet- Driebladi-
ge.
(2) Ludwigia Fol. oppofitis Lane. Caule diffufo. EL Zeyl.
66. Ludwigia perennis. Burm Fl hd. p. 57, Lyfimach,
ipecies, Fru&u Caryophylioideo. Burm Zeyl. 145,
(3) Ludwigia Fol. oppof. Lapecol. Caule ere&o, Srfant. 40.
(4) Ludwigia Fol. ternis Ovato-Lanceolaris, Flatibus ter.
«ninalibus peduntnlatis. Burm, Fl. Ini. p. 37, '
Y 3 I I . © » e i . . V i l , S t u k .