IV, tien ongedeelde Bloemhoofdjes, overhoeks ge»
A fdeel, plaatst.
H oofdstuk.
U i p s a c u s . Kaardenkruid.
* D e gemeene Kelk is veelbladig; de eigen
Kelk boven het Vrugtbeginzel; de Stoel Kaffig
in dit Geflagt, ’t welk drie Soorten bevat, allen
in Europa huisvestende, waar van de eerd
e den naam aan ’t zelve geeft 5 naarnelyk.
Diïfa'u, Kaardenkruid met ongefteelde Zaagswys'
Fuiiovum. H j getande Bladen.
Vollers
Kaarden. Om dat het Water van den Regen daan blyfe
in de Schuitswyze holligheid der onderde Bladen
van dit Gewas, om de Steng, heeft hetzelve
den Griekfchen naam Dipfacus, als een
Dordig Kruid zynde , bekomen. De Neder-
duitfche , Kaarden o f Vollers Kaarden, is af-
komdig van het gebruik dat men, in het Laken
bereiden, van deszelfs ruuwe Koppen maakt •
zo wel als die van Kannewasfers, waar toe de-
zelven mede niet onbekwaam zyn. DeFranfchen
noemen het ook Chardon a Bonnetter of aFoulon:
de
( i ) Dipfacus Foliis fesfilibus ferratis. Syst. Nat. XII. Gen.
3J4. p. in . Veg. XIII. p. 120, Dipf, Fol connato-perfolia-
lis. H. Upf 2s- Glob. Arifli» Fruftus itGtls, SAUV. Monsp,
Jj«. Gooan. Hort, 60. Geb. Prtv. 221. Dipf. Cap. Flor!
eonicis. H. Cliff. Gron. Vir^. R. Lugdb. &c. Sec. Dipf]
fylveftris. C. B. Pin 385. Dod Pempt. 7J5. tzhmm Vene-
ris. Lob. Icon. is . ft. Diplacus fativuj. C. 1 . P'm, Dipfi
Ariftis Fruftus karna tis. SAUy, Monsp. j }<,
de Engelfchen Teafel o f Tasfel, de D u it fch e r s^ jV ^
Kartendistel. iv.
Dit Kruid, wild groeijende, gelyk het over- Hoofd-
vloedig voorkomt door geheel Europa, zelfs in ST^
onze Nederlanden, doch niet in de Noordelyke^, m'a '
deelen, en ook in Virginie; maakt een Steng
van drie o f Vier Voeten hoog, die taamelyk dik ;
is en ruuw door korte Doorntjes. De laage Bladen
, die zig Scheedswyze om de Steng voegen,
zyn Zaagswyze getand; de bovenden langwerpig
en effenrandig. De Steng verdeelt zig en
is aan ’t end gekroond met de gezegde Bloemhoofdjes,
die een ongemeen grooten Stoel hebben
, Rolrond, aan ’t end domp, met ontelbaa-
re Bloempjes bezet, die op ryën daan, blaauw
van Kleur. Dceze zyn afgezonderd door Schubben
, welke in fchcrpe Punten uitJoopen, die in
de tamme o f Zaay - Kaarden , gelyk dezelven
tot gebruik geteeld worden, Haakswyze omgekromd,
en dus tot Vollers Kaarden diendigzyn.
Deeze laatde heeft de Bladen om de Steng fa-
mengegroeid, en maakt dezelven hier door be-
kwaamer, om het invallende Water te vergaa-
ren en lang te behouden, dan de Wilde; die
voor 5t overige daar van weinig verfchilr. Z y
groeit wel tot zeven o f agt Voeten hoog.
Dit Water is van de Ouden tot wegneeming
der Vlakken van het Aangezigt, en door Boer-
h a a v e zelfs tegen ligte Oogkwaalen , aange-
preezen. Sommigen zeggen, dat het dient tot
wegneeming der Wratten, Het L oo f is qen
P 5 Smaalt
» DSKU Vit* STUK,