IV. kenland en andere Zuidelyke deelen van Eu-
Fiv.EL' r0Pa > tusfchen "t Koorn.
Hoofd- Het is een laag Kruidje , dat de Bladen Sr™«wy.Vinswy*e fyn verdeeId vigt. Stengetjes , waar aan khleeienfet ’g emeleet lBelgogeemndene
voortkomen , die als *t ware in Lappen verdeeld
of diep ingefneeden zyn. Hier van hebben
de Duicfchcrs , aan dit Geflagt, den naam
van Lappenbloem gegeven. Op de Bloemen
volgen opftaande platte Haauwtjes, die Sikkels-
wyze krom zyn , beftaande uit Leedjes, in
ieder van welken een Nierachtig Zaadje is
vervat.
ii. (2) Lappenbloem met knikkende Rolronds Fendulum» TT
Hangpeu» Haauwtj es.
lige.
Deeze Soort , die de Haauwtjes van een
ronde figuur niet uit Leedjes beflaande en
hangende heeft, groeit op de zelfde plaatfen ,
byzonderlyk in Languedok en Provence. Zy
heeft de Blaadjes fyner verdeeld dan de voori*
niets voor, dat naar Komyti zweemt. Het is zeer onaangenaam
van Smaak. D io s c o r id e s hadt aan zyn Hypecoum
een verdoovende kragt, als die der Heulbollen, toegefchree.
ven.
(2) Hypecoum Siliquis cernuis teretibus cylindricis. lbii,
SAW. Msnsp, 263. Hypedoura Siliquis pendêntibüs non ar-
tïculatis bivalvibus incurvis. Mor 13. Hifi. U, p. 2 80, Hype-
coi altera fpecies. C . B. Pin. 172. Cum. fylv. f,1 !q‘ Ponx.
£>al. Hifi. 598. Alt. Dioscor. Cum. iyly. Siliquotum* LOS*
Iwn. 743, Kruidt. $06*
I b e , eenigermaate naar die van d eKarwey o f j *
van de Duive- Kervel gelykende, volgens Lo- JV.
bel die het een zeer klein en fraay Kruidje Hoofde
noemt, overvloedig rondom de Stad Aix groei-1‘ J ! *
jende , ’t welk beveiligd wordt door G a r i -
d e l l . B y Montpellier komt deeze zeldzaa-
mer voor dan de andere Soort , die volgens
C l ü s ï u s ook overvloedig groeit in Spanje.
(3) Lappenbloem met opgeregte, ronde, knot- E lrJ^amm
heiige Haauwtjes* ■ Opftaande.
In Rusland hadt de vermaarde G me l in een
Kruidje gevonden , ’ t welk hy oordeelde de
voorgaande Soort te z y n , doch, door hetzelve
uit Zaad aan te kweeken , bevondt A mman
dat het daar van verfchilde, en een byzondere
Soort w a s , welke, fehoon insgelyks geene gewricht
« Zaadhuisjes hebbende, nogthans tot dit
Geflagt fcheen te behoor en. Het heeft de
Blaadjes nog fyner dan het laatfte, en byna
als die van Venkel verdeeld. D e Bloemen,
zyn hier veel grooter, dan in de anderen.
Hier volgen de Vierwyvigen in deeze Klasfe,
welke ons de volgende Geflagten van Kruiden
opleveren.
C O JLr>
(3) Hypecoum Siliq. erefHs teretibus tomlofis. H.Ups. 32.
Hypec. tenuifolium, Siliquis eteélis teretibus. Amm. Rutkt
s i. T. 9. Hall. Goett. 229.
B b 2