i v .
A fdeel.
II.
Hoofd-
STOK.
Etnvjy•
het de plaats vervullen zou kunnen, te betoo*
gen (*).
Gelyk, nu, het Medicinaal gebruik vandee-
ze Soort algemeen bekend is , zo noemt me»
dezelve ook in ’t byzonder Eerenprys, wegen»
haare uitmuntende hoedanigheden ; in Duitfch-
land Ehrenpreisf o f Grundheil; in ’t Engelfch
Speedweil, Luellin o f Fluellin ; in ’t Franfch
Veronique. Deeze laatfte benaaming, met het
Latyn overeenkomftig, zoude, volgens fommi-
gen , afkomftig zyn van do Maagd Veronica,
aan welke de kragten van dit Kruid, in een
Droom, geopenbaard waren. Het is by de Ouden
, onder dien naam, niet bekend geweest.
Van eeoigen wordt het tot de Myofotis , van
anderen tot h e tAlysfon, vanDi o s c o r i d e s ,
t ’huis gebragt. D e Naams-afleiding, met D od
o n e u s , van Betonica , is wat ver gezogt ( f ).
Deeze Soort acht ik buiten twyfel die te
z y n , welke van J. Bauhinus genoemd wordt
G emen er Veronica t die het Blad ronder heeft j
want zyne Afbeelding ftrookt zeer wel met de
bepaaling , wat de zydelingfe Bloem-Aairen
aangaat, en beter dan de anderen ( | ) . In de
Lap-
(*) Si végetuffl, Lettor, Corpus fêrvare cu piscis.
Et comitem quzris, fit Veronica mea.
Dit vindt men op het Tytelblad van het Werkje, genaamd
jeannis Francs Veronica Titezans. Lipfi Se Cobuigi, Aon.
1700. in Duodecimo.
' ( I ) RuiTY Mat. Md. Lond. & Rott. 1775. p. SIS-
( t ) Veronica vulgatior Folio rotundiore. J, B. lü(t. IIIt
p. »84«
Laplandfche Wildernisfen komt dit Kruid zeI*AF^ ; L>
den voor, doch overvloediger in Sweeden,
zegt de Ridder, alwaar Luiden, die wat meerHoofb-
dan het Gemeen z y n , het Aftrekzel daar
hoog fchatten, en in plaats van Thee drinken,
hoewel van een gantfeh anderen en onaange-
naamen Smaak (* ) . D e Pyreneefche kruipende
Mannetjes Eerenprys, die de Bladen langer en
glad heeft, van P l ü k e n e t , wordt als een?
Verfcheidenheid hier t’hujs gebragt ( t ) .
* * Met Trosachtige Bloemen,
(10 ) Eerenprys met endelingfe Bloemtrosjes, * . ■;
de Steng ongebladerd. aphyu».
Ongebls.
In de Zuidelyke deelen van Europa groeit
deezp kleine Soort van Eerenprys, die niet zeldzaam
is op de Weiden o f Graslanden in de A l '
pifche Gebergten, volgens den H eer H a l l e r ,
Z y geeft, daar de Stengetjes Wortel fchieten,
op den Grond Roosjes van kleine ronde Blaadjes
, wordende de naakte Stengetjes omtrent
«en Vinger hoog. 00
(*) Flor'. Lapp. p. 6.
( f ) Veronica ma» iepens Pyrenaica Folio Iotigiore glabro.
fhyt. i n . f. t.
(10) Veronica Cotymbo terminali Scapo nudo. Ver. Fol.
oratis radicalibus, Caule nudo. R. Lugib. 30a. Ver, Alpina
pumila Caule aphyllo. Boco. Mus. II. p. 17. T. 1 et 9. Vet.
parva Saxatilis &c. Pluk. Piyt. 384. Chamacdiys Alpina minima
hirfuta. C. B. Pin. »43. F 3
H. Dsw.. VIL Stuk.