IV. hem overvloediger, dan aan de Zeekusten by
A fdeel, -pornea, voorgekomen: hier van de bynaain.
CS) Eerenprys met end. Bloem-Aairen en |?.|
v. paarde, Lancetvormige, Zaagswys' getan*
VennUa d Jpjg ßladtU.
Jjongtfoita9 J
digef U' Onder deezen bynaam wordt hier de Breed-
bladige Eerenprys t’huis gebragt, welke door
C lusius in Ooftenryk was waargenomen. K r a mer
z e g t , dat zy ’er veel voorkomt in de
Berg-Bosfchen. Z y groeide ’e r , met enkelde
Takkige Stengen, een Elle hoog, en hadt de
Bladen twee o f drie Duimen lang, één Duim
breed , dik en donker groen. Behalve deeze
groeijen in de Zuidelyke deelen van Siberie en
Tartarie nog twee Verfcheidenheden , welken
A m m a n andere Langbladige en Ge-aairde met
Brandenetel-Bladen getyteld heeft. Deeze laat-
fte hadt de Bladen een Duim breed en derd-
half Duim lang, uitloopende in een zeer fmal-
le fpitfe Punt. De Langbladige groeit ook in
Sweeden, e n , volgens den Heer d e G ort
e r , te Heemfe, langs de Vecht, in Over-
ysfel (*).
0
(s ) Veronita. Spïc. term. &c. H. Upf. TL Stiet. II, N. 9.
Ver. Spicata latifolia. C. B. Pin. Ver. 1. ereÄior latifolia,
C lus. Hiß. I. p. 34«. Pam. p. «17. Ie. dis. fi, Spicata
longifolia altera, y . Spicata Urticae folio. Amm, Ruth. ad.
(*) Fltrtt Btlgica. 1767* P- ?•
1 (6 ) Eerenprys met end. Bloem*Aairen, gepmirde
gekartelde ftompe Bladen, en een Wolli- ™ lL
g e , regtopftaande Steng.
Tn de gene, die hier aangehaald is, uit den vr.
Leidfchen T u in , waren de onderfte Bladen ge- lrcana.
karteld en gefleeld, de bovenften . ongefteeld en Gryze.
effenrandig. Het is de . Ge-aairde Wollige en
gnze Eerenprys van A m m a n , die ruim een
Ipan hoog groeit in de Woeftynen van Tartarie
, kleine Aairtjes draagende van blaauwe
Bloempjes. M e s ser schm id hadt dezelve met
de Ruige Alpifche Eerenprys, die Bladen als de
Madelieven heeft, van B auhinus s ten onregte
verward.
t iW t Eerenprys met end.Bloem-Aairen,gepaar- vh.
de gekartelde ftompe Bladen, en eenregt- cdSkd?
opgaande zeer enkelde Steng.
■ Deeze groeit in open Gras-Velden door geheel
Duitfchland, als ook in Vrankryk, Sweeden
en Groot-Brittannie, doch is niet zeer gemeen.
(6) Veroniea Spie. term» &c. H. Upf. 7. Ver. Caule Fru-
ticolb Foliis oblongis Scc. R. Lugdb. p, j 30. N. 16. Veroniea
Spicata Lanuginofa Sc incana , . Floribus cceruleis. Amm. .
;;§Ruth. N. 30.
I (7) Veroniea Spie. term. &c. Fl. Sute. II. N. ro. Qsa.
Dan. 52* Ver. Fol. oppofitis, Caule Spie! terminato. H,
Clitf. s A. Lugdb. 302. Veroniea Spicata minor. C. B. Pin,
i 247. Va il l . Paris. T. 33. f. 4. Verontca Fol.obtufis, Cau-
le non Raraofo, SpicJ nuda terminato. Hall. Helv. j 31.
I Veroniea re£ta minima. LOB. Iet*. GORT. Btlg. p. 3»
II. Deel. Vil. stuk,