IV, hoekige Steng , welke van de Bladen, die
A fd e e l. Eyrond zyn, omvat wordt.
Hoofd- . . .
s tu k . -In Virgmie is deeze waargenomen, dienaar
Eer.wy- de Kleine Santorie gelykt, groeijende maar een
Voet hqog, mee Blaadjes als van St.jans Kruid
en vergaarde Bloemen gelyk het zelve heefc: den
Sty] gegaffeld: de Meelknopjes fpiraal.
ciïironia ($) ^ iron ia j die Kruidig is met zeer Jmalle
Lino Mes. Bladen,. , " ,
Vlafchach*
Onder den naam van een de Raponce nabyko-
mend Kruid, in de gedaante van Vlafch, van
de Kaap der Goede Hope, is deeze door Breyn
afgebeeld. Men vindtzé in de Openbaare Kruidhoven,
De Kelken zyn ten halve in vyven gedeeld
en flomp.
vu. (7) Chironia , die Heester achtig is en Besjen
nededrat draagt.
gende.
Door den vermaarden C o m m e l y n is deez
e , als een Boomachtige Kleine Santorie, in A fbeelding
gebragt en befehreeven. Dezelve maakt
een Boompje u it, dat byna ’tgeheele Jaardoor
bloe it, met kleine rodde Bloempjes, waar op
weeke Besfen volgen, Deeze heeft korte Kelken,
(8) Chi-
( 6) Chironia Herbacea Tol. linearibus. Bebg. Cap, 43,
(7) Chironia Fiutescens Baccifera. Centauriiïm minus Ai-
borescens Fulpiferura. Comm, Rar. 9, T, 9.
f E N T A N D R I A. ^85
(8) Chironia die Heejierachtig is, met Lan- IV.
cetvormige, iets Wollige Bladen en Kloks-AvDEEt*
wyze Kelken. . ' B oö/b?
_ «TUK.
T o t deeze Soort is de Breedbladige Afrikaan- viir.
fche Kleine Santorie van C o m m e l y n betrok-
ken, die veel grooter hoogroodeBloemen heeft, -Heeft«»'
en waar van ook een Smalbladige voorkomt, acht‘ee*
meer gelykende naar die, welke onder dé Afri-
kaanfche Planten, door den fioogleeraar J. B ur- -
mankus , is afgebeeld en befehreeven. Dezelve
draagen geen Besfen maar drooge Zaadhuisjes ,
die rond zyn. Beiden bloei jen z y , in de Euro-
pifche Tuinen, den geheelen Zomer
In de befchryving, welke de Heer B e r g i u s
van deeze Soort gee ft, meldt zyn Ed. dat de
Styl Draadachtig, regtopflaande, een weinig langer
dan de. Meeldraadjes is , blyvende op het
Zaadhuisje , terwyl hetzelve aanrypt. Hier van
befpeur ik geen blyk in de Afbeeldingen, noch
van den Heer B u r m a n n d s,noch van C o m-
m e l y n , in welke laatfte hy zeer duidelykvaa
de Meeldraadjes a f en nederwaards geboogen
zig vertoont, dat een weezentlyk verfchil uit*-
maakt,
G A-
(8) Chironia Fruticofa' Fol. Lancëolatis &c. BÈrq, Cap.
4S. Am, Acad. IV. p. 308, N. 130. Chir. Friitescens Cap.
fulifera. M ilt. Biet. T. 97. Cent. min. Afr. Arbórëscens
latif. St anguftif. Comm. Rar. *s. T. 8. OLD. Afr, 26.
Cent. Fol. bims pppofitis anguftis lineacibus. BUR&r. Aft.
205. T. 74, f. i.
K t