IV, noemt men het Primevere, in *t Engelfch Pritfc,
Afdeel. r0j e t en by de Duitfchers Schlusfèlblume , dat
Hoofd- ï* Sleutelbloem. Het groeit in de Velden van
s t u k . Europa , zegt de Ridder, inzonderheid in dë
Eenïóy- Zuidetyké deelen ; doch een aanmerkelyk ver-
fchil heeft hier ten opzigt van de Verfcheiden-
heden plaats, die menigvuldig zyn.
De Primula Veris met enkelde geelé Bloemen
j welker Rand een weinig feheppende
ftaat , is in Engeland gemeen in de Weiden ,
bloeijende in de Maand ApriU Deeze is wegens
haare welriekendheid vermaard, en wordt
in de* Apotheéfteh gevorderd, om Water van
te ftooken,dat totbymenging van Hartlterkendë
middelen dient-. Men heeft dit Kruid tegen
Hoofd- en Zenuwkwaaien aangepreezen, noemende
het deswegen Paralyjis Herba ; doch
fchoon het een aangenaamen Reuk h e e ft , is
het, zonder fterker Middelen, van weinig uit*
Werking. C h o m e l verzekert, dat het Af*
trekzel dienltig zy tegen Draaijingen in ’t Hoofd
en zagtelyk Pynftillende.
Wat de overige Verfcheidenhederi aangaat,
die beftaan wel allermeest daar in , dat men
ook Primula Veris h e e ft , die geen Kroontje
maakèn , en wier Bloemen Weinig laüger dan
-de Bladen zyn , en deeze worden ongeflengdê
genoemd (*), in vergelyking met de 'anderen,
wier
( * ) ïh Primula acatdi Seapus Irevisjimus Jub 'terra latei ,
Fedahculit elongatis. SyJÏ, Feg. XIII. Een kort Stèngetje,onder
P Ë N A A N D R 1 Aé 481
Wier Bladen zig als een Roos uitbreiden, en iV. ’
Stengen uitgeeven met zeer fierlyke Kroontjes. Afdeel}
De Bloemen zyn in fommigen dfibbeld , o f Hoofb*
fteeken als Peperhuisjes in malkander. Voor stuk.
’t overige is *er byna geen Kleur te bedenken, Monegy*
waar mede zy niet praaien , hebbende de Tui-
nierkonst die Kleuren zeer vermenigvuldigd,
M u n t i n g Verhaalt, dat hem meer dan zes-
tigderley bekend wareö , allen verfchillende.
Een aanzienlyk getal daar van wordt by W ëin-
m a n n vertoond;“
In ’t Loof der Prirhulaas is ook eenig ver*
fchil. Sommigen hebben de Bladen langer ett
fmaller; anderen korter en breeder: in eenigen
zyn zy meer , in anderen minder gerimpeld ,
doch in ’t algemeen zodanig, dat fommigen
den naam van iVollekruidje ’er aan gegeven
hebben. Voorts is de Geftalte iedereen bekend.
Öm wat reden de naam van Hemeljleuteli en St. Pieten - Kruid hier voegen zou, is onzeker i
maar Primula heeft van het vroeg bloeijen zy-
ne afleiding. Verfcheidene hebben, mooglyk
wegens de afkomst, den tinopolitana bynaam van Conjlan , wordende by de Turken zeer bemind
en Carchicheo geheten.
(2) PBraimndu ldae rm eBtl ogeemkaenrt eplldaet .g ladde BladendenFarmo/a.
Dus Meelise>
tier d e n G r o n d , Z o u d e B lo em f t e e lt je s in d e e z e u i t g e e v e n .
Ik heb ze wel digt aan , doch niet onder den Grond gevonden.
(1) Primula Foliis crenatis glabris , Fioiutn limbo plano.
H h Hert,