IV. Kinderen en vieze Menfchen veel gemakkely-
Afdbel. j^er s Rhabarber o f andere Purgeermidde-
H oofd- len , met een weinig Suiker worden ingege-
STUK, veru j_jet werjct 0ok j0 kleine Gifte. T w e e ,
vitfïHWy drie o f vier Greinen zyn voor een jong Kind,
twintig o f dertig voor een volwasfen Menfch
genoegzaam. Maar, de Geitellen moeten hier
byzonder in acht genomen worden; dewyl het
een Purgeermiddel is van een heete, Harftige
natuur, komende dus meest te pas in koude,
Slymige, Waterige Lighaamen. In groote veelheid
is het gebruik, zo van den Wortel, als van
deszelfs Harst, niet zonder gevaar. By de genen,
die Geeftige Wateren uit Suiker o f Me-
lasfen defdlleeren, is hy van veel dienst, om
dat dq Gifting ’er door bevorderd wordt en men
’er dus meer Geeft uit krygt.
xxiv. (24) Winde met Lancetvormig ovaale Bladen ,
^utTiruTuu dié. van onderen zagt als Fluweel zyn, met
ïiuweeii- ly na gekroonde Bloemjleeltjes , gehaairds
6 ' Kelken en een windende Steng.
Eene Oofcindifche, door den Hoogleeraar N.
L . B u r m a n n u s in Plaat gebragt onderden
naam van Weein Winde, behoort tot deeze
Soort. De Steng is Heefterachtig en de Kelken
munten door hunne ongemeene Haairlgheid
uit, On»
(14) Convofaulus Fol. Lanceolato» ellipticis &c. Convolv,
Fol. ovalibus pubescenübuj netvofis '£<c. Burm. F!, Ini, T,
ïf» f. ï.
Onder dien Zelfden bynaam geeft Doktor' IV.
E o r s k a o h l de befchryving van eene Soort Afdeel.
van Winde, door hem by ’ t Griekfch Dorp h o o f d »
Eraclisfa , aan den Oever der Zee van Mar-STÜK*
mora, waargenomen; doch dewyl dezelve
palmde Bladen hadt, kanzy hier niet ftrooken.
(35) Winde met driekwabbige Wollige Blad.n xxv.
en eene gewolde Steng. /*7 «**w«
itfui.
D e Bladen zyn , in deeze , wederzyds met w o l l i g e ,
eene digte Wolligheid, als Fluweel, bekleed ,
en in drie Kwabben verdeeld. De Groeiplaats
is op Jamaika.
(26) Winde met Hartvormige Fluweelige uit-
Bladen, de Kwabben
de Steeltjes tweebloemig.
Deeze groeit in de Zuidelyke deelen van Europa,
in de Levanten in Afrika, op Heuvelen,
zegt de Ridder. Van zelf voortkomende, heeft
zy de Steekjes eenbloemig. Haare Wolligheid
is
(25) Cenvolvulus Fol. trilobis tomentofis, Càuîe Lanugino*
fo. Convolv. Fol. Lanato in tres lacinus divifb Sec. Sloan.
Jam. ss. Hiß. U p. J54- T> 9*. f- 2. RAJ. Suppl. 3*1,Convolv.
Jamatcenlis trilobus &c. Pluk. Alm. Hs. T. 157, f. 4.
(z6) Convoivuiui Fol. Cordatis palraatrs, Serieels Sec. Vir,
.Clif.lt. B.. Lugdb. 42.9, N. I). SAW. Monsp. 402. GOUAT»
Monip. 93. H. Cliff. 67. Conv. Argenteus Folio Altbæae. C.
B. Pin 295. Conv. Betoniese Althxxque Foliis, repen« Argen*
teus. Bark. Rar. s. T. 31e. fi. Conv. Argent, clegantisti-
tnus, fol, ten. incifis. Tournf. Ufl. 85.
Mm 4
UitgegUlpt, Hceinft.
a c h i ig e .