AfmÉl diC in byzondere deelen des Aardbodems gc.
v.E *tee^ wordt, enkel aan de verfchillende Land-
Hoofd» aart en Kweeking, dan ook aan het gebruik van
'™ *w '■ verfchillende Soorten van dit Kruid, toe te fchry.
v;&.nwy ven zy, is my bedenkelyk. ’t Is zeker, datmen
’er in de Weftindiën heeft, die groot-en breed-
of ook die fmalbladig, en die klein en rond van
Blad is, zynde deeze de belle (*) en mooglyk
komt dezelve naall overeen met de Turkfche Ta-
bak, waar van L 1 n n m u s fpreekt ff) .
C2) Tabak met Lancetyormige eenigermaatg
gejleelde , de Steng omvattende Bladen en
fpitspmtige Bloemen; de Steng Heejler-
achtig.
ir, 1
Nicotiana
JFrtiticoJam
HeefIe-
rigc.
Deeze , aan de Kaap der Goede Hope en in
China groeijende, volgens den Bidder, kwam
zyn Ed. voor, als byna eene enkele Verfchei-
denheid j door het overblyven van den Wortel
daar het gewoone een Jaarlykfch Kruid of Zaay-
Gewasis, verfchillende. Monlters, echter, van
de Javaanfche inlandfche Tabaks-Plant, hebben
een aanmerkelyk onderfcheid aangetoond. By
Miller vindt men de Af beelding van deezeSoort.
( 3) Ta-
(*) Pomet dts Droguts , p, ijg .
(f) Stockb. Verhand. XV. Band. p. 43.
(2) Nicotiana Fol. Lanceolatis fubpetiolatis Sec. Nicotiana
Fol. lineari-Lanceolatis acuminatis , femi - amplexicaulibus,
Caule Fruticofo. Mill, D i a . Icon. 134. f. | . BüRm. Ft.
ïndt 54,
f3 ) Tabak met gejteelde Eyronde effentandi• IV.
ge Bladen en Jtomp gepunte Bloemen. A fdeel*
H o o f d *
De Bloem van deeze, die gemeenlyk Kleine stuk,
Tabak genoemd wordt, verfchilt zeer door haa- m.
re figuur en de rondheid van haare punten.
Zeer laag blyft dit Kruid, ’t welk Geel Bilfen- Boeifchc*-
kruid heet by D o p o N é u s , dienende flegts tot
vermaak van ’ tGezigt in Bloemhoven. Uit Amerika
heeft het zynen oirfprong, en wordt in Europa
jaarlyks gezaaid.
(4) Tabak met gejleelde Hartvormige effen- iv. -
randige Bladen en gepluimde Jlompe geknod- t£ an,cala'
fte Bloemen. Gepiuimde.
Deeze Peruviaanfche heeft de Bladen byna
rond, volgens de AfbeeldiDg van Pater Fe u il -
lóe , o f Hartvormig gelyk hy dezelven noemt.
’t Gewas verheft zig tot drie en een half Voet
hoogte. De Bloemen waren groenachtig geel ,
met een zeer lange P yp , en het Zaad uitermaa-
te klein. De Ridder, deeze uit Zaad geteeld hebbende,
oordeelde dezelve veel zagter te zyn van
Smaak en Reuk dan alle andere, weshalve hy ze
Juffrouwen - Tabak tytelde. (5) Taf3)
Nicotiana Fol. Petiolatis ovatis integerrimis. Nic. Fol.
ovatis. I I Cliff. Ups. R. Lugdb. 423. Nicotiana minor. C. B.
Pin. 170. Hyoscyamas lateus. Dod. Ptmpt, 450. Pachyphvl-
la, Renealm. Sp. 40.
(4) Nicotiana Fol. petiolatis Cordatis integerrimis &c. Ni-
cotiana minor, Folio Cordiformi &c. Feuill. Peruv. II. P.
717* T. lo, AS. Stockholm. 1733« p. 43. T. I,