542 V i Er m a n n ï g e Kr ü h >e k #
IV.
A fdeel,
iv .
H oofdstuk
»
Eenwy.
v>ge.
VIII.
Scabiofa
jtmplexi-
tauiïs.
Opvat»
tescL
IX.
Tatarica.
Tirtaa-
Iifch.
lige Steng aan geeft. De Stoelbladen zyn ge»
fteeld en gelyken naar die der Madelieven: de
anderen omvatten de Steng en Takken met een
breeden V o e t , zynde zeer lang. De Kelk is
.tienbladig, korter dan de Bloem, welke geltraald
en paarfchachtig is van Kleur, fomtyds ook rood.
D e Blommetjes hebben twee Lippen, wier bui-
tenfte in drieën verdeeld is, en het Zaad heeft
een getand Kroontje. De Groeiplaats is in Lan-
guedok en Switzerland. De Ooftenrykfe, welke
C l u s i ü s breedbladige noemt met een roode
Bloem, oordeelt de Heer J a c q u i n van deeze
te verfchillen.
(8 ) Schurftkruid met vierdeelige Str aaiend®
Blommetjes, en Lancetvormige effenrandi-
ge Bladen, die de Steng omvatten ; de
Stoelbladen driedeelig en gekarteld.
Deeze h eeft, volgens den Ridder, de Steng
een Voet hoog, ruuw, gearmd en de Bloem-
fteelen zyn zeer lang: de Bloem is blaauwach-
tig en de Kelk zo lang als de Bloem. Dus ver»
fchïlt zy dan aanmerkelyk van de voorgaande
Soort.'
(9) Schurftkruid met vierdeelige Straaiende
Blom»
( t) Scabiofa Corollulisquadrifidisiadiantibus, Fol. amplext-
caulibus Lanceolatis imegeirimis 8tc. Syst. Nat. Ecg. XIII.
(9) Scabiofa Coroll. quadrifid. rad. Sec. Gmzl. Itin. I. p.
is 9. Scabiofa Flosc. quadrifid. Fol. pinnatifidis Sec. Atb Upf.
1744. p. 11. T. i . Scabiofa altisfima Segetum, Tiiumfetti»
B.AJ. Suppl. 336?
T e t R A N d r i a . 24 3
Blommetjes, een Jlekelige Steng; de
den Lancetvormig Vinswyze verdeelds met xv.
de Kwabben op elkander leggende. Hoofde
STUK.
D e e ze , in Tartarie groeijende, maakt een
Gewas van twaalf Voeten hoog.
( 10) Schurftkruid met vierdeelige Straaltnde f*
v 1 0 TT. Sc ab 10Jé
Blommetjes, een Jtekehge Steng en rins-Arvenfis.
wys’ verdeelde Bladen , met afjiandige Gem*cn*
Kwabben.
Dus wordt de bepaaling voorgefteld van het
Gemeene Schurftkruid, dat echter ook wel voorkomt
met onverdeelde Bladen. Gemeenlyk
noemt men het Ruig Akker• o f Veld,-Schurft»
kruid s om dat het veel groeit in de Velden,
aan de kanten der Koorn-Akkeren en W eg en ,
op een Zandigen Grond. Het is door geheel
Europa gemeen. Men noemt het Scabiofa o f
Scabiei Herba, om dat het Afkookzel en S a p ,
tegen allerlei foort van Schurft o f Ruidigheid ,
tot betting o f baadipg, dienftig geacht wordt t e '
zyn. In ’t Franfch noemt men het Scabieufet
in ’t Engelfch Scabious, in ’t Hoogduitfch Sca*
biofen-Kraut s Apojtem- en Grindkraut...
Het
(10) Scabiofa Coroll. quadrifidis radiantibus &c. H. Clifi.
Kat. Mei. R. Lugdb. N. 3. &c. Scabiofa pratenfis hirfuta.
C» B. Pin, Z69. Scabiofa Arvenfis. TAKKEN. Hifi. 443. Scab,
major communior hirfuta. j. B. Hifi. III. p. z. Scabiofa majot
Satorum vulgatior. Lob. Icon. 536. Scabiofa fyivefttis. BLACSW.
T. 1S5. Scabiofa vulgaris major. DOD, Ptmpt.
q *
II» D m . , vil» St u k «