§o3 V y f m a n n i g e K r u i d e n ,
IV, voorkomt. Het groeit ook op droogedorre Lan«
A fdeel. ^en -Q ^ Zuidelyke deelen van Provence,
H oofdstuk,
S w E R T I A .
De Ridder heeft dit Geflagt benoemd naar
den bekenden S w e r t i ü s , die de Kruidkunde
met zo veele- fraaije Afbeeldingen heeft
verrykc. Het heeft een Kaderaehtige Bloem *
met Honigvoerende Gaatjes aan ’t Grondftuk
der Slippen ; zynde het Zaadhuisje eenhokkig-
en tweekleppig. V y f Soorten komen ’er in voor,
als volgt.
j. ( i ) Swertia met vyfdeelige Bloemen en ovaals-
g g Stodbladm.
I Geflipte,
Deeze , haar Groeiplaats hebbende op Bergen
in Switzerland, Beijeren en Vrapkryk, wordt
Breedbhdige Moeras - Gentiaan geheten van Bau-
hinus. C lusius verhaalt» dat »toen hy zig ,nu
byna tweehonderd Jaar gclcedeii, te Londen
bevondt, hem de afbeelding en befchryving
daar van werdt medegedeeld door Doktor Pen-
rtiEus, die dit Kruid gejlidpclde Gentiaan noemde.
De Steng was Knoopig, een Elle hoog,met
Bladen als de gemeen? Gentiaan, om laag gefleeld,
( i) Swertia Gorplliaqnjnqiiefidis Jjc. Syjl, Nat. Kil. Gen»
318. p. 199. XIII. Gen. 321. p. 22o.Swertia. H. Clijff. j 3»
V^.Jjugdb. 433. Gentiana Cor. lacimisNeftatio gemino notaris.
JMqnn. Obs, 154, Gentiana paluftris latifolia. C. 3. Pin, 1 ss.
Gentiana pun&ata Pennzi. Clus, Patin. 290, Ie, 292. IS ABR^
ft#r. T. s i, Hall. Helv. 479,
P e n t a n d r i a . 8op
fteeld, de bovenden ongedeeld, uit wier Oxe- IV.
Jen , omtrent in ’t midden van de Steng, enAFDEEL*
verder opwaards, drie- of twcebloemige Bloem- Hoofd-
deeltjes fprooten. De Bloemen, blaauwachtig5TÜK*
van Kleur, waren zeer fraay getekend met zwarte £)i^ n!a‘
Stippen en hadden v y f Draadjes aan 'c end geel.
Z y zyn zeer diep ingefneeden, en in ieder hoek
komen twee ronde Kliertjes voor, die van eene
donkere paarfoh blaauwe Kleur zyn , maakende
een zeer zonderling Honigbakje u i t , in geene
andere Plant bekend, zegt L i nn & u s.
(2) Swertia met vyfdeelige Bloemen, de end- ir.
bloem in zesfen gedeeld , de Bloemjleelen
zeer lang en de Bladen Liniaal. Mismaak-.
te, ,
In Virginie groeit d eeze, die zeer lange >
naakte , eenbloemige Bloemdeelen , tegenover
elkander, heeft, en zeerfchoone witte Bloemen,
met Laneetvormige Slippen. Het Kruid dient in
Koortfen, Geelzugt, Blaauwfchuit en de Jicht,
doch inzonderheid, zegt men, tegen een Dolle
Honds Beet. Sommigen hebben hot tot delüei-
pe Santorie betrokken.
(3 ) Swertia met vyfdeelige Bloemen en Lan• iIr. ' \
cetswys’ Liniaak Bladen, Rotata.
r . p Mitbloe»
(4) Swer-inige,
(i) Swertia Corollis quinquefidis , terminali fexfida &c.
Gentiana Fol, linearibus acuminatis &c. GnoN. P'ïrg. 30,
40.
(3) Swertia Coroll. qninquef. Fol. Lanceolato - linearibus.
Gmel. Sib. IV, p, 114. T. Si. F. I.
E e e 5
11, deel. vu. Stuk»