IV.
Afdeel
1.
H oofdstuk*
Etnvjy-
Vip.
daarin gebrekkelyk, dat aan’ t zelve een Hoofdj
e , gelyk het Paardeftaart • Kruid gewoonlyk
heeft , is getekend. De laatfte verhaalt w e l,
dat hy zulks, onder menigvuldige Planten, eens
heeft waargenomen; doch noemt het niettemin
Duizendknoop Wyfje dat geen Zaad draagtter-
wyl het, ondertusfehen, fomtyds vol is van Zaad.
In Holland, tusfehen Haarlem en Egmond op
Z e e , zegt h y , groeit het overvloedig.
Zyne aanmerking, dat het meer naar ’t Equi-
Jetum gelykt dan haar ’ t gewoone Polygonum o f
Varkensgras, ’t welk men Duizendknoop Mannetje
plagt te heeten, is zeer juist. Ondertusfehen
verdient het dien naam ook wegens zyne menigvuldige
Leedjes, welke de Steelen o f Stengen,
die cnkeld uit een gemeenen, onder Water
kruipenden W ortel, regtop fchieten en zig dus
boven ’t Water verheffen, famenffellen. Het
maakt hier door , in ’ t' klein, geen onaartige
vertooning van een Bofch van Pyn- o f Denne-
boomen. Gezegde Steelen zyn dikker dan die
van Riet, en hol: de Leedjes, by ’t Water vry
lang, verkleinen allengs naar boven, tot een
Duim en minder langte. Als meiize tusfehen
de Vingeren d rukt, fpringen zy met geruifch
aan (tukken, zo de Heer G o d a n aanmerkt.
Z y zyn ieder omringd met een aanmerkelyk getal
van lange fmalle Blaadjes , maakende een
Kransje, uit welks holte de Meeldraadjes voortkomen
, die den Styl omringen, zittende op het
Vrugtbeginzel, ’ t welk een Eyrönd Zaadhuisje
w^rdt,
wordt-, bevattende een
Zaadjes vertoonen zig m de Kransjes om la g , L
■ SU l de stengen van boven “ eekwdeHoor...
Meeltaopjes bloeiien. De vermaarde Vaillabt _
heeft die deelen det Vrugtmaakmg zeer dmde-Mja>
ïyk in Plaat vertoond (*>
Onder de h ed end aag se Kruidkundigen keurt
de Heer H a l l er den naam van Lmnopeuce
beter * dan dién van Hippuris, als volmaakt de
Gnekfche haam zyndevan het Paardeftaartkrm .
Ons Landvolk noemt dit Gewas dikwils Katte-
(harten; ' t welk geen- oneigen benaammg is ,
om dat het veel meer. naar d ie , dan naar een
Paardeftaart, gelykt ( t ) . Zyn Ed. zegc^ dat
het in fommige Meiren van Switzerland. verlener
de Voeten hoog groeit, verheffende zyne Steelen
die zig naar den.Stroom der Rivieren buigen,
zelfs uit het diepfte Water. „ Z o v e e l
■ s, Blaadjes,:,wier getal twaalf óf:meer is , zo
vee! Vrugtbeginzels (Ovaria') , in ’ c ronde
’ ’ (zegt zyn Ed.) om den Steel, die met een
4, wit Bloemblaadje ( Corolla ) gekroond z y n ,
en uit hun topje v naar den Steel to e , een
’ krom Styltje (Tuba) , voorwaards één zeer
* dik, g e d e e l d , Meelknopje (^ n^ e ra) voort-
| brengen.” D illeniü» z e g t, dat dit Gewas
geen Bloemblaadje heeft, maar Bloempjes uit
“ twee
(*) Mem. de tAcad. R- des Scicnc de Paris. 1729. El» L
ïig 4 3^
(t) In Daitfcliland is fommig Equifetum ook by den naam
van Katzen Zatel en Kat zen-Wede l , dat op 't zelfde
komt, bekend volgens TareRNjEMONTANUS.
11. DEÏ.U VU, STUK.