
 
        
         
		Thans  rest  mij,  om  deze  vlugtige  schets  van  Borneo  te  vol*  
 tooijen,  alleen  nog  de  körte  vermelding  der  gewigtigste  handelin-  
 gen  van  het  Nederlandsch  bestuur  na  1838. 
 Töen  de  tijding  der  vestiging  van  Sir  James Brooke  op  Serawak  
 in  Nederland  werd  vernomen,  gingen  allerwege  luide  klagten  op  
 over  de  verwaarloozing  der Nederlandsche  belangen,  waarvan Borneo  
 het  tooneel  was  geweest.  Het  Indische  Gouvernement  werd  hierdoor  
 eindelijk  uit  zijne  zorgeloosheid  gewekt,  en  ofschoon  de  kans  om  
 door  het  aangaan  van  contracten  met  Broenei  en  de  onafhankelijko  
 hoofden  der Noordkust  het  gansche  eiland  aan  onzen  invloed  te  on*  
 derwerpen,  thans  voor  altijd  verloren  was,  besloot  men  althans  wat  
 men  hezat  te  regelen,  te  ordenen  en  zooveel  mogelijk  voor  inbreuk  
 te  beveiligen.  De  heer  Weddik  werd  tot Commissaris-inspecteur  voor  
 Borneo,  Riouw  en Lingga  benoemd,  met  bijzonderen  last  om  zijne  
 aandacht  te  wijden  aan  het  sluiten  van  contracten  met  de  Oostkust-  
 staten,  waar  ons  gezag nog  altijd  zeer  onvolledig  erkend werd.  Vooral  
 de volgende  omstandigheid  gaf daartoe aanleiding.  In  den  aanvang van  
 1844 was  deEngelschman Erskine Murray,  komende  van  Hongkong,  
 met  twee  gewapende  schepen,  de  Young  Queen  en  de Anne,  op  de  
 rivier  van  Koetei  versehenen,  met  het  oogmerk  om  aldaar  eene  fak-  
 torij  op  te  rigten.  Door  zijn  trotsch  en  overmoedig  gedrag  had  de  
 heer  Murray  zieh  den  toorn  van  den  Sultan  en  zijne  rijksgrooten  op  
 den  hals  gehaald,  en  terwijl  hij,  de  rivier  afvarende,  zieh  dapper  ver-  
 dedigde,  was  hij  met  een  deel  zijner manschap  door  de  inboorlingen  
 om  het  leven  gebragt.  Daar  van  de  Britsche  zijde  klagten  werden  
 aangeheven,  dat  de  heer  Murray,  ten  gevolge  van  gebrek  aan  waak-  
 zaamheid  van  den  kant  der  Nederlandsche  marine,  te  Koetei  was  
 vermoord,  haastte  zieh  het  Indisch  Gouvernement  om  den  heer Weddik  
 derwaarts  te  zenden,  ten  ei.nde  de  zaak  ter  plaatse  te  onderzoe-  
 ken,  terwijl  de  Gouverneur  van  Makasser  een  eskader,  bestaande  
 uitsjfle  stoomboot  Hekla,  de  schooners  Zephyr,  Janus  en  Egmond  
 en  de  brikken  Postiljon  en  Arend  afzond,  om  den  Sultan,  zoo  hij  
 schuldig  mögt  bevonden  worden,  te  straffen.  Het  bleek  den  heer  
 Weddik  overtuigend,  dat  de  schuld  van  het  voorgevallene  aan  den 
 heer  Murray  zelven  te  wijten  was;  waarschijnlijk  echter  had  zijn  
 dood  den  Sultan  voor  de  wraak  der  Engelschen  doen  vreezen,  het-  
 geen  hem  noopte  zieh  te-  eerder  in  de  armen  van  het  Nederlandsch  
 gezag  te  werpen,  en  het  sluiten  van  een  contract  op  den  12ie11  October  
 1 8 4 4 ,  alsmede  de  vestiging  van  een  Assistent-resident  voor  
 de  Oostkust  van  Borneo  te  Samarindah  ten  gevolge  had.  Bij  dit  
 contract  erkende  de  Sultan  het  oppergezag  van  Nederland,  en  ver-  
 bond  zieh  om  door  alle  te  zijner  beschikking  staande  middelen  den  
 zeeroof  tegen  te  gaan  en  te  straffen  *)*  Eene  overeenkomst  van  de-  
 zelfde  strekking  werd  omstreeks  dien  tijd  ook  met Passir geslotén  2). 
 Terwijl  de  Commissaris-inspecteur  zieh  te  Samarindah  bevond,  
 vernam  hij  dat  een  paar  maanden  te  voren  het  Engelsehe  schip  
 Premier,  gezagvoerder  Bröwnrigg,  op  eene  klip  nabij  de  kust  van  
 Beroüw  vast  en  in  brand was  geraakt,  dat  de  schepelingen,  bestaände  
 uit  zéven  Engelschen  en  eenige  Bengalesche  laskars,  zieh  in  sloe-  
 pen  gered  hadden ,  en  dat  de  Europeanen  zieh  naar  de  kampong  
 Goenong-Teboer  aan  de  Berouw-rivier  hadden  begeven.  De  heer  
 Weddik  zond  onmiddellijk  den  luitenant  ter  zee  Washington,  Ver-  
 gezeld  van  den  luitenant  der  artillerie,  adjudant  van  den  Gouver-  
 neur-Generaal,  van  Capellen,  met  de  schooner  Egmond  naar  Be-  
 ro uw ,  ten  einde  aan  de  schipbreukelingen,  die  zieh  ten  gevolge  
 van  verschiffen  tusschen  de  vorsten  van  dat  gewest  in  benarde  om-  
 standigheden  geplaatst  zagen,  de  veréischte  hulp  te  verleenen  3). 
 Het  uitgestrekt  gebied  van  Berouw,  tusschen  Koetei  en  de  aan  
 Soeloe  behoorénde  distrikten  gelegen,  is  verdeeld  in  drie  afzonder-  
 lijke  staten,  die  geméenlijk  naar  de  hoofdkampongs  Boelongan.,  
 Goenong-Teboer  ën  Tandjong  worden  geheeten  4).  In  1833  had  de 
 *)  Temminck,  p.  1 8 8 ,  189',  Cornets  de  G-root,  p.  3 8 ,  Quelques  mots  
 en  réponse  aux  attaques  des  journaux  Anglais,  in  den Moniteur des  Indes,  
 1847— 1 8 4 8 ,  p.  227,  2 2 8 ,  Teenstra,  Beknopte  beschrijving  van  de  Ned.  
 overzeesche  bezittingen,  bl.  4 4 9 ,  Low,  p.  1 0 3 ,  Belcher,  I.,  p.  125. 
 8)  Cornets  de  Groot,  p.  38. 
 8)  Yan  Capellen  Bij dr ., bl.  7 4 ,  7 5 ,  Cornets  de Groot,  p. 3 8 ,  Teenstra, 
   a.  w .,  bl.  449. 
 *)  De  beste  beschrijving  van  dit  gebied  geeft  van Capellen  Bijdr.,  bl. 
 7 9—8 8 .  Zie  ook  Temminck,  p,  191,  1 9 2 ,  en  over  de Dajaks dezer  streken  
 of  Orang-Segai,  Belcher,  I ,   p.  229—235.