
 
        
         
		in  Begin  ende Voortgangh van  de  vereenighde  Nederlantsche  geoctroyeerde  
 O.  I.  Compagnie,  Deel  I I ,  n°.  1 5 ,  bl.  98— 107. 
 B l u m e .   C.  L.  Blume,  Toelicbtingen  aangaande  de  nasporingen  op  Borneo  
 van  G.  Muller.  Geplaatst  in  de  Indische  Bij,  bl.  103—176. 
 B r o o k e .   The  private  letters  of  Sir  James  Brooke,  K.  C.  B.,  rajah  of  
 Sarawak,  edited  by  John  C.  Templer,  Esq.  London  1853.  3  Voll. 
 B u r n s .   R.  Burns,  The  Kayans  in  the  North-West  of Borneo;  en  A  vocabulary  
 of the  Kayan  language.  Geplaatst  in  Journal  of  the  Indian  Archipelago  
 and  Eastern  A sia ,  V.  IV   (1849),  p.  138—152,  182—192. 
 v a n   C a p e l l e n   B i j d r .   Th.  van  Capellen,  Berigt  aangaande  den  togt  van  
 Z.  M.  Schoener  Egmond  naar  Berouw  op  de  Oostkust  van  Borneo  in  
 het  najaar  van  1844.  Geplaatst  in  Bijdragen  tot  de  kennis  der  Neder-  
 landsche  en  vreemde  koloniën,  Jaarg.  1 847,  bl.  7 4—101. 
 v a n   C a p e l l e n   M o n .  Th.  van  Capellen,  Notice  historique  du  royaume  de  
 Banjer-massin.  Geplaatst  in  Moniteur  des  Indes,  Jaarg.  1846—7 ,   p.  
 164—169. 
 C o r n e t s   d e   G r o o t .   Jhr.  J. P . Cornets  de Groot, Notices historiques sur les  
 pirateries,  commises  dans  l’Archipel  Indien-Oriental,  et  sur  les  mesures  
 prises  pour les  réprimer  par  le  Gouvernement  Néerlandais,  dans  les  trente  
 dernières  années.  Geplaatst  in  Moniteur  des  Indes,  Jaarg.  1846—7  en  
 1847— 8 ,  en  wel  in  den  Jaarg.  1846—7:  Introduction,  p.  158—163;  
 le   Partie,  p.  194—2 0 4 ,  230—241;  2e  Partie,  p.  267—2 7 6 ,  319—330;  
 en  in  den  Jaarg.  1847—8:  3e  Partie,  p.  11—2 1 ,  4e  Partie,  p.  33—45. 
 E r   bestaan  ook  afzonderlijke  afdrukken  van  het  geheel  dezer memorie,  dock  in  dit  werk  
 is  zij  steeds  naar  de  nitgave  in  den  Moniteur  aangehaald. 
 C r a w f u r d .   J.  Crawfurd,  History  of  the  Indian  Archipelago,  Edinburg,  
 1820.  3  Voll. 
 Van  dit  werk  bestaat  eene  Hollandsclie  Vertaling  onder  den  titel  »de  Indische  Archip 
 e l,”   H a arlem ,  1823—6.  3  Deelen. 
 D a l t o n .   J.  Dalton,  Papers  on  Borneo.  Geplaatst  in  J.  H.  Moor,  Notices  
 of  the  Indian  Archipelago  (Singapore,  1837),  p.  15—71. 
 Deze  stukken  werden  oorspronkelijk  uitgegeven  in  de  Singapore Chronicle, 1829—1831. 
 E a r l .   G. W.  Earl,  Eastern  seas  or  voyages  and  adventures  in  the  Indian  
 Archipelago,  in  1832—4.  London,  1837. 
 Bepaaldelijk  over  Borneo  handelen  p.  199—342. 
 F r a n c i s .   E .  A.  Francis,  Westkust  van  Borneo  in  1832.  Geplaatst  in  
 Tijdschrift  voor  Ned.-Indië,  Jaarg.  IV ,  D.  H ,  bl.  1—34. 
 G e i s w e i t   v a n   d e r   N e t t e n .   Gen.  Maj.  C.  A.  Geisweit  van  der  Netten,  
 le ts  over  de  wapenen  in  de  Nederlandsche  O.  I.  bezittingen  en  derzelver  
 vervaardiging  op  Borneo.  Aangehaald  naar  een  afdruk  uit  den  Militairen  
 Spectator,  D.  X IV ,  Augustus  1845. 
 Eene  Eransche  vertaling  van  dit  stnk  is  geplaatst  in  Moniteur  des  Indes,  1846—7 ,   
 p.  60—69. 
 v a n   d e   G r a a f f   G.  G.  M.  van  de  Graaff,  Over  de  goudgraverijen  in  de  
 afdeeling  Sambas.  Geplaatst  in Tijdschrift  voor  Ned.-Indië,  Jaarg.  IX , 
 D.  H ,  bl.  385—398. 
 Wie  de  schrijver  is  van  dit  s tu k ,  hlijkt  uit  een  brief  in  het  genoemde  Tijdschrift,  
 J aa rg .  IX ,   D.  IV ,   bl.  574. 
 v a n   d e   G r a a f f   R.  Verslag  eener  reis  naar  Montrado  in  1844.  Geplaatst  
 in  Tijdschrift  voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  IX ,  D.  I I I ,  bl.  63—75. 
 De  aanhaling  van  dit  anonyme  stuk  onder  den  naam  van  den  heer  van  de  Graaff  had  
 oorspronkelijk  hären  grond  in  de  meening,  dat  het  van  denzelfden  auteur  als  het  vorige  
 afkomstig  was.  Van  deze  meening  ben  ik  teruggekomen  (zie  Deel  I ,   bl.  3 3 5 ,  noot),  
 doch  den  vorm  der  aanhaling  heb  ik  gemakshalve  behouden. 
 v a n   G r a v e   HS.  I.  M.  van  Grave,  Algemeen  verslag  van  de  residentie  
 Sambas  oirer  1823.  Onuitgegeven. 
 v a n   G r a v e   HS.  ü .   M.  van  Grave,  Lettre  h  son  Excellence  le  baron  van  
 der  Capellen,  20 Dec.  1824.  Onuitgegeven. 
 Dit  stuk  handelt  over  de  vestigingen  der  Chinezen  op  Borneo’s  Westkust. 
 G r e g o r t   B,  F.  A.  A.  Gregory,  Aanteekeningen  van  hetgeen  de  Engel-  
 schen,  Franschen  en  Spanjaarden  onlangs  verrigt  hebben  en  nog  verrigten  
 ten  aanzien  van  Soolok  en  het  gedeelte  van  Borneo,  dat  onder  Borneo  
 Proper  en  Soolok  behoort.  Geplaatst  in  Tijdschrift  voor  Ned.-Indie,  
 Jaarg.  V I I ,  D.  IV ,  bl.  57—91. 
 G r e g o r t   R.  F.  A.  A.  Gregory,  Aanteekeningen  en  beschouwingen  betrek-  
 kelijk  de  zeeroovers  en  hunne  rooverijen  in  den  Indischen  Archipel,  als-  
 mede  aangaande  Magindanao  en  den  Soolo-Archipel.  Geplaatst  in  Tijd-,  
 schrift  voor  Ned.-Indie,  J a a rg .'VH,  D.  I I ,  bl.  300—337. 
 G r e g o r t   S.  F, A.  A.  Gregory,  Mededeeling  betrekkelijk  eenige resultaten,  
 welke  genomen  proeven  met  steenkolen  van  de  Zuid-Oostkust  van  Borneo  
 en  van  Maros  nabij  Makassar  hebben  opgeleverd.  Geplaatst  in  Tijdschrift  
 voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  V H ,  D.  H I ,  bl.  147—170. 
 Deze  drie  stukken  van  den  heer  Gregory  zijn  ook  opgenomen  in  Tindal  en  Swart  
 Verhandelingen  en  berigten  betrekkelijk  het  zeewezen  en  de  zeevaartkunde. 
 G r o n o v i u s .   D.  J.  van  den  Dungen  Gronovius,  Bijdrage  tot  de  kennis  der  
 binnenlandsche  rijken  van  het  westelijk  gedeelte  van  Borneo.  Geplaatst  
 in  Tijdschrift  voor  Ned.-Indie,  Jaarg.  1 8 4 9 ,  D.  I ,   bl.  338—356. 
 G r o n o v i u s   HS.  D.  J.  van  den  Dungen  Gronovius,  Algemeen  Verslag  van  
 Landak,  Sept.  1822. 
 ^ Ofschoon  het  stak in  het  Tijdschrift  voor  Ned.  Indie,  hierboven  aangehaald,  gedeeltelijk  
 u it  dit  verslag  over  Landak  geput  is ,  heb  ik  echter  van  de  vergelijking  van  het  HS.  veel  
 dienst gehad to t  aanvulling en verbetering der wat te haastige  compilatie in  het gedrukte  stuk. 
 H a l e w i j n   B.  M.  H.  Halewijn,  Borneo,  eenige  reizen  in  de  binnenlanden  
 van  dat  eiland  in  het  jaar  1824.  Geplaatst  in  Tijdschrift voor Ned.-Indie,  
 Jaarg.  I ,  Di  I ,  bl.  401—413,  D.  H ,  bl.  1—25,  81—102,  183—200. 
 Dfschoon  dit  stuk  anonym  is  nitgegeven,  kan  omtrent  den  schrijver geen twijfel bestaan. 
 H a l e w l j n   D.  M.  H.  Halewijn,  Iets  over  de  Daijakkers  (Beajous)  van  
 Banjermassing  op  Borneo.  Geplaatst  in  Verhandelingen  van  het  Batav.  
 Genootsch.,  D.  X H I,  bl.  279—292. 
 I I a r tm a n n   HS.  I.  C.  L.  Hartmann,  Algemeen  verslag  van  de  residentie  
 Pontianak  over  1823.  Onuitgegeven, 
 H artmann  H S .  H .   C .  L .  Hartmann,  Verslag  omtrent  de  binnenlanden  
 längs  de  Kapoeas  over  1823.  Onuitgegeven. 
 H a r tm a n n   HS.  HI.  C.  L.  Hartmann,  Verslag  omtrent  de  binnenlanden  
 längs  de  Kapoeas  over  1824.  Onuitgegeven. 
 H e n d r i k s ,   Iets  over  de  wapenfabricatie  op  Borneo,  volgens  een  rapport